Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies (deel 2 en verder)

Deel 2: Stalen bruggen[bewerken]

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-0517Algemeen, NEN-EN 1993-2Voor de van toepassing zijnde normen (en documenten) zie hoofdstuk 2 en tabel T0511.Brug10
ROK-0216Algemeen-NEN-EN 1993-2Brug20
ROK-02171.1.2 (5)-NEN-EN 1993-2NEN-EN 1090 is van toepassing inclusief de aanvullingen in ROK paragraaf 7.19 en paragraaf 7.20.Brug30
ROK-02182.1.2 (1)-NEN-EN 1993-2Betrouwbaarheidsdifferentiatie moet worden verkregen door keuze van de juiste gevolgklasse met bijbehorende belastingsfactoren volgens NEN-EN 1990+NB en niet door differentiatie in het kwaliteitsbeheer bij ontwerp, berekening en uitvoering.Brug40
ROK-02192.1.3.2, 2.1.3.3, 4-NEN-EN 1993-2Brug50
ROK-06812.1.3.2, 2.1.3.3, 4-NEN-EN 1993-2Brug60
ROK-06822.1.3.2, 2.1.3.3, 4-NEN-EN 1993-2Brug70
ROK-06842.1.3.2, 2.1.3.3, 4-NEN-EN 1993-2Brug90
ROK-008592.1.3.2, 2.1.3.3, 4-NEN-EN 1993-2Brug100
ROK-02202.2-NEN-EN 1993-2De vertaling van belastingen naar de krachtsverdeling in de constructie moet plaats vinden met elastische rekenmodellen, eerste orde elastisch of, waar noodzakelijk, tweede orde elastisch/geometrisch niet-lineair.Brug110
ROK-02213.1 / 3.2-NEN-EN 1993-2Brug120
ROK-02223.1 / 3.2-NEN-EN 1993-2Brug130
ROK-02254-NEN-EN 1993-2Zie tevens eisen/teksten bij 2.1.3.3 / 2.1.3.4 / 4.Brug160
ROK-02264.4-NEN-EN 1993-2Brug170
ROK-02275.2.2-NEN-EN 1993-2Brug180
ROK-02285.4.1-NEN-EN 1993-2Brug190
ROK-02297.3 (4)-NEN-EN 1993-2Brug200
ROK-02307.5-NEN-EN 1993-2Voor eisen met betrekking tot de toetsing van het profiel van vrije ruimte wordt verwezen naar de ROK aanvulling bij NEN-EN 1990, A.2.4.2(3) - ROK-0006.Brug210
ROK-02317.6-NEN-EN 1993-2Brug220
ROK-02327.8.1 (3)-NEN-EN 1993-2Zie eisen ROK-0235 en ROK-0236.Brug230
ROK-02337.8.2 (1)-NEN-EN 1993-2Brug240
ROK-02347.8.3-NEN-EN 1993-2Brug250
ROK-02357.9-NEN-EN 1993-2Brug260
ROK-02367.10-NEN-EN 1993-2Brug270
ROK-008607.10-NEN-EN 1993-2Brug280
ROK-02377.11 (2)-NEN-EN 1993-2Zie ROK aanvulling op NEN-EN 1993-2, 4.4 - ROK-0226.Brug290
ROK-02387.12-NEN-EN 1993-2Brug300
ROK-02398.0 (NB)-NEN-EN 1993-2Als toelichting op de tekst (afkomstig uit de VOSB) kan figuur F0239 worden toegepast (eveneens afkomstig uit de VOSB).Brug310
ROK-02408.1-NEN-EN 1993-2Aanvullende eisen voor verbindingsmiddelen zijn opgenomen in ROK paragraaf 7.8 en ROK paragraaf 7.20. Zie tevens onder ROK paragraaf 7.3(4).Brug320
ROK-02418.2-NEN-EN 1993-2Brug330
ROK-02429.1.1-NEN-EN 1993-2Vermoeiingsverificatie moet zijn uitgevoerd voor alle kritieke locaties.Brug340
ROK-02439.1.2, 9.2.1, 9.2.2 en 9.4.1-NEN-EN 1993-2Brug350
ROK-02449.1.3-NEN-EN 1993-2Brug360
ROK-02459.4.1 (1) t/m (4)-NEN-EN 1993-2Brug370
ROK-02469.4.2-NEN-EN 1993-2Brug380
ROK-07229.4.2-NEN-EN 1993-2Brug390
ROK-02479.4.2.1-NEN-EN 1993-2Brug400
ROK-02489.4.2.2-NEN-EN 1993-2Brug410
ROK-02499.5.1 t/m 9.5.2-NEN-EN 1993-2Brug420
ROK-02509.6 (3)-NEN-EN 1993-2Brug430
ROK-02519.7-NEN-EN 1993-2Brug440
ROK-025210.3-NEN-EN 1993-2Zie tevens ROK paragraaf 7.10.Brug450
ROK-0255Bijlage C (aanbevelingen voor het constructief detailleren van stalen brugdekken) Algemeen-NEN-EN 1993-2Brug480
ROK-00861Bijlage C (aanbevelingen voor het constructief detailleren van stalen brugdekken) Algemeen-NEN-EN 1993-2Brug490
ROK-00862Bijlage C (aanbevelingen voor het constructief detailleren van stalen brugdekken) Algemeen-NEN-EN 1993-2Brug500
ROK-0256Bijlage C (aanbevelingen voor het constructief detailleren van stalen brugdekken) Specifiek-NEN-EN 1993-2Brug510
ROK-0518C.1.1(3) (E)-NEN-EN 1993-2Brug520
ROK-0519C.1.2.1 (T)-NEN-EN 1993-2Toelichting op artikel C.1.2.1 (T)Dekplaatscheuren kunnen op meerdere locaties ontstaan. Zie bijvoorbeeld onder andere NEN-EN 1993-2/NB, bijlage F, detail 1 (tussen de dwarsdragers in) en 2 (ter plaatse van de dwarsdragerdoorvoer) cq de vervanger daarvan in SYS-00906, NEN-EN 1993-2/NB, tabel N.3 kritieke zones 1 en 2 en de verbindingslassen tussen dekplaatdelen onderling. Brug530
ROK-0520C.1.2.1(3) (E)-NEN-EN 1993-2Brug540
ROK-0521C.1.2.1 (E)-NEN-EN 1993-2Brug550
ROK-0522C.1.2.2 (E)-NEN-EN 1993-2Vermoeiing van orthotrope rijvloeren.
Sinds het verschijnen van de NEN-EN1993-2 en de bijbehorende NB in 2011 hebben metingen en onderzoeken van TNO, TU-Delft en TU-Eindhoven in opdracht van o.a. RWS nieuwe inzichten opgeleverd in de materiaalfactoren op vermoeiing, de prentafmetingen van wielen, de detailcategorieën van details in de orthotrope rijvloeren en in de wijze van modelleren en verkrijgen van spanningswisselingen uit de modellen. Bedoelde inzichten zullen, na afronding, worden verwerkt in een Technical Document wat vanuit de NEN-EN1993-1-9 normatief zal worden aangestuurd. Vooruitlopend op de nieuwe Eurocode (verwacht 2025) zijn in de ROK rekenregels opgenomen volgend uit die onderzoeken (welke nog niet volledig zijn afgerond). Dientengevolge zijn ook de rekenregels in deze ROK nog niet definitief en zullen nog aanpassingen volgen in vervolgversies van de ROK. Gesteld kan wel worden dat e.e.a. leidt tot verzwaring van met name de dekplaat t.o.v. de eisen / dekplaatdiktes de huidige Eurocode (c.q. het bouwbesluit).
Brug560
ROK-0523C.1.2.3 (E)-NEN-EN 1993-2Brug570
ROK-0524C.1.3.2 (E)-NEN-EN 1993-2Brug580
ROK-0525C.1.3.3(2) (E)-NEN-EN 1993-2Brug590
ROK-0526C.1.3.4(1)+(3)+(4) (E)-NEN-EN 1993-2Brug600
ROK-0527C.1.3.5.2(1)+(3) (E)-NEN-EN 1993-2Brug610
ROK-0528C.1.3.5.2(2) +(3)+(4) (E)-NEN-EN 1993-2Brug620
ROK-0529C.1.3.5.3 (T)-NEN-EN 1993-2Tussengelaste langsverstijvers mogen worden toegepast mits wordt voldaan aan de eisen voor statische sterkte en vermoeiingslevensduur rekening houdend met een voor de fabricage/uitvoering als strikte (te controleren) eis met betrekking tot de uitlijnigheid van de troggen voor en achter de dwarsdrager.Brug630
ROK-0530C.1.4.2(2) (E)-NEN-EN 1993-2Brug640
ROK-0531C.1.4.3(2) (E)-NEN-EN 1993-2Brug650
ROK-0532C.1.4.3(3) (E)-NEN-EN 1993-2Brug660
ROK-0257Bijlage D (kniklengten van staven in bruggen en aannamen voor geometrische imperfecties)-NEN-EN 1993-2Deze bijlage is Informatief, geen aanvullingen.Brug670
ROK-0258Bijlage E (combinatie van effecten van belastingen op lokale draagsystemen en globale draagsystemen-NEN-EN 1993-2Volgens NEN-EN 1993-2/NB mag deze bijlage niet worden gebruikt, inhoudende dat de combinatie van effecten van belastingen op lokale draagsystemen en globale draagsystemen moet worden meegenomen zonder reductie van één van beide. Dit betekent feitelijk dat de bijlage wel kan worden gebruikt indien voor de combinatiefactor ψ de waarde 1 wordt gehanteerd.Brug680
ROK-0259Bijlage F, tabel NB.7-NEN-EN 1993-2Brug690
ROK-00906Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2

De in deze ROK-00906 opgenomen rekenmethodiek m.b.t. vermoeiing is opgesteld i.s.m. TNO. De intentie en afspraak met de Eurocode-commissie voor de 1993-1-9 is om deze methodiek in een Technical Attachment normatief aan de 2e generatie Eurocode EN-1993-1-9 (2025) te verbinden. Het is de intentie van RWS om deze, bewerkelijke, rekenmethodiek op termijn te vervangen door een tabel waarin de dimensies van orthotrope rijvloeren voor de verschillende verkeerscategorieën en de verschillende (bij RWS veel toegepaste) voorkomingsvormen zijn vastgelegd.

Brug700
ROK-00907Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug710
ROK-00908Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug720
ROK-00909Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug730
ROK-00910Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug740
ROK-00911Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug750
ROK-00912Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug760
ROK-00913Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug770
ROK-00914Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug780
ROK-00915Detail 1a-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug790
ROK-00916Detail 1b-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug800
ROK-00917Detail 1c-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug810
ROK-00918Detail 2a-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug820
ROK-00919Detail 2b-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug830
ROK-00920Detail 3a-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug840
ROK-00921Detail 3b-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug850
ROK-00922Detail 3c-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug860
ROK-00923Detail 3d-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug870
ROK-00924Detail 3e-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug880
ROK-00925Detail 4c-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug890
ROK-00926Detail 4e-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug900
ROK-00927Detail 5-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug910
ROK-00928Detail 6a-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug920
ROK-00929Detail 6b-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug930
ROK-00930Detail 7a en 7b-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug940
ROK-00931Detail 8a-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug950
ROK-00932Detail 8b-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug960
ROK-00933Detail 9-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug970
ROK-00934Detail 10a en 11a-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug980
ROK-00935Detail 10b en 11b-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug990
ROK-00936Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug1.000
ROK-00937Dekplaatscheur bulb/strips-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug1.010
ROK-00938Scheur in bulb/strip-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug1.020
ROK-00939Dwarsdragerscheur bij bulb/strip-Vermoeiing van orthotrope rijvloeren-NEN-EN 1993-2Brug1.030
ROK-00940Modellering bij doorvoer dwarsdrager-NEN-EN 1993-2Brug1.040

"

Deel 5: Palen en damwanden[bewerken]

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-02603.7-NEN-EN 1993-5Voor aanvullende eisen met betrekking tot ankers wordt verwezen naar de ROK aanvullingen bij NEN 9997-1, 9.4 onder “Controleproeven verankeringen” - ROK-0696.Kunstwerk10
ROK-02614.4 (2)-NEN-EN 1993-5Aangezien in sluizen een door afspoeling eroderende omgeving aanwezig is, is de corrosiesnelheid in tabel 7-3 constant in de tijd. De waarden komen overeen met de
‘Handreiking rekenmethodieken NIC, groene versie’, de interne bureaurichtlijn die tot 2006 bij de afdeling Constructie Waterbouw van de Bouwdienst Rijkswaterstaat
werd gehanteerd.
Kunstwerk20
ROK-08184.4 (2)-NEN-EN 1993-5De waarden voor uniforme corrosie uit de vervallen ROBK zoals vermeld in CUR Rapport 166, deel 2, paragraaf 5.2.2 (6e druk en eerder) mogen niet worden toegepast, met uitzondering van de waarden voor de atmosferische zone.Het genoemde artikel in CUR Rapport 166 is verouderd (verwijst nog naar oude ROBK), maar wordt nog regelmatig (ten onrechte) toegepast als het leidt tot minder dikte.Kunstwerk30
ROK-08154.4 (2)-NEN-EN 1993-5Deze opmerking wordt vaak ten onrechte gebruikt voor onderdelen waarbij de grond niet goed verdicht kan worden (zoals onder / direct naast gordingen, ankerstangen e.d.).Kunstwerk40
ROK-08198-NEN-EN 1993-5In het geval van zout water moet altijd kathodische bescherming toegepast worden onder de GLW en coating of een betonschort daarboven.GLW = gemiddeld laagwater (zie ook AOA Begrippen- en Definitielijst (ABDL))Kunstwerk50
ROK-0262D.2.2-NEN-EN 1993-5Het plooigedrag van buispalen van combiwanden mag worden beoordeeld met CUR Rapport 211E, paragraaf 6.6.6 “Local buckling of primary piles in combi-walls”.De regels voor plooi in NEN-EN 1993-1-6, waarnaar in NEN-EN 1993-5 is verwezen, zijn zeer conservatief. De controle op plooien moet enerzijds veilig zijn maar tegelijkertijd wel de stand van de huidige kennis reflecteren.Kunstwerk60

Natte kunstwerken en mechanische uitrustingen – overige regels waarin Eurocode 3 niet voorziet[bewerken]

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-0536Normen, Natte kunstwerken en mechanische uitrustingenVoor de van toepassing zijnde normen (en documenten) zie hoofdstuk 2 en tabel T0511.Nat kunstwerk10
ROK-00831Algemeen, Staalsoorten

Waar bij prefabricage van staalconstructies in het algemeen de juiste omstandigheden kunnen worden geschapen voor kwalitatief hoogwaardig laswerk en het werk ook goed kan worden gecontroleerd, is dit in het werk problematisch vanwege nabij contact met grond en/of water en verminderde bereikbaarheid/toegankelijkheid van zones waarin laswerk gedaan moet worden. Omdat bij aanleg en beheer/onderhoud van Natte Kunstwerken ook in het werk veel laswerk plaatsvindt, zijn extra waarborgen nodig om de constructieve veiligheid en veilig gebruik te verzekeren. Daarom is in de zone tussen 1,0m beneden MLW en bovenkant constructie, toepassing van staalsoorten met een vloeispanning hoger dan 355 N/mm2 uitsluitend geoorloofd indien:

  • daaraan in het werk of tijdens de gebruiksfase niet meer constructief hoeft te worden gelast, en/of
  • rekening wordt gehouden met terugval van de vloeispanning en/of
  • door slimme detaillering dit risico niet relevant is.
Kunstwerk20
ROK-0537Algemeen, Natte kunstwerken en mechanische uitrustingenNat kunstwerk30
ROK-0568Afwateringsgaten, Natte kunstwerken en mechanische uitrustingenAfwateringsgaten in de lijven van de regels van deuren moeten een minimale diameter van 80 mm hebben.Nat kunstwerk40
ROK-0538Mechanische uitrusting, Natte kunstwerken en mechanische uitrustingenNat kunstwerk50
ROK-0539Grondslagen en belastingen, Natte kunstwerken en mechanische uitrustingenVoor de grondslagen en belastingen voor het ontwerp en de berekening van natte kunstwerken inclusief mechanische uitrustingen wordt verwezen naar ROK paragrafen 4.3 en 5.10.Nat kunstwerk60
ROK-0540IJsbestrijding, Natte kunstwerken en mechanische uitrustingenNat kunstwerk70
ROK-0541Puntdeuren met een electro-hydraulisch, Natte kunstwerken en mechanische uitrustingenBij puntdeuren met een electro-hydraulisch deurbewegingswerk moet voor elke deur een aparte hydraulische eenheid worden toegepast. Het doorvoeren van hydraulische leidingen/slangen onder het sluishoofd is niet toegestaan.Nat kunstwerk80
ROK-0542Nivelleerschuiven en rioolschuiven, Natte kunstwerken en mechanische uitrustingenBij nivelleerschuiven en rioolschuiven moet de bewegingssnelheid bij het openen traploos kunnen worden gevarieerd van 20% tot 130%, waarbij 100% de maximale ontwerpbeweegsnelheid van de schuif is.Nat kunstwerk90

Beweegbare bruggen – overige regels waarin Eurocode 3 niet voorziet[bewerken]

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-0543Algemeen, aanvulling op NEN 6786-1Voor de aanvullingen op NEN 6786 gelden de onderliggende eisen.Beweegbare brug20
ROK-02762.1.4.2-NEN 6786-1Loopvlakken voor afdichtingen moeten corrosievast worden uitgevoerd, bijvoorbeeld vernikkelen/verchromen 100/60 μm.Beweegbare brug30
ROK-008632.3.12.2.2-NEN 6786-1

Kortom, de aanwezige voorspandruk aan de ‘lange zijde van de oliekolom” moet worden meegenomen (pops > 0 bar) in de bepaling van de (reken)druk in de cilinder aan de “korte zijde van de oliekolom”.

Voorbeeld: Bij een cilinder, gepositioneerd voor het draaipunt, die een trekkende kracht levert op het brugval is aan de stangzijde cilinder (= korte zijde van de oliekolom) hoge druk en aan de bodemzijde (= lange zijde oliekolom cilinder) voorspandruk aanwezig. In de bepaling van de rekendruk aan de cilinder stangzijde moet de voorspandruk aan de bodemzijde worden meegenomen (pops > 0 bar).

Beweegbare brug40
ROK-02645.2.7-NEN 6786-1Beweegbare brug50
ROK-02655.4.1.2-NEN 6786-1Beweegbare brug60
ROK-027510.1-NEN 6786-1Vlam- en inductie-geharde tanden zijn niet toegestaan.Beweegbare brug70
ROK-0086410.2.4.3 (8)-NEN 6786-1In aanpassing op NEN 6786, 10.2.4.3 (8) mogen de NEN 6336-2 factoren niet ontleend zijn voor de conditie waarbij pitting is toegestaan.Ter verduidelijking: Lijn 1 in figuur 6 'levensduurfactor Z_NT' in de NEN 6336-2 is dus niet toegestaan.Beweegbare brug80
ROK-041712.3.1-NEN 6786-1Reden is het voorkomen van problemen met geleiding bij liggende cilinder (die relatief zwaar belast zijn).Beweegbare brug
Nat kunstwerk
90
ROK-0086515.2 (6)-NEN 6786-1In aanpassing op 15.2 (6) moet bij een geregelde aandrijving het kipkoppel van de elektromotor gelijk of groter zijn dan 130% van de rekenwaarde van het maatgevende grensmotorkoppel.Beweegbare brug100
ROK-0086615.2 (7)-NEN 6786-1Beweegbare brug110
ROK-0086715.2 (8)-NEN 6786-1In aanpassing op 15.2 (8) moet de frequentieregelaar het maximaal te leveren koppel begrenzen tot 120% van de rekenwaarde van het grensmotorkoppel, waarbij de frequentieregeling moet zijn uitgevoerd als een 'closed-loop' regeling.Beweegbare brug120
ROK-027715.3 en 15.4-NEN 6786-1Beweegbare brug130
ROK-027815.5-NEN 6786-1Beweegbare brug140
ROK-028015.8-NEN 6786-1Voor de bewegingswerken van ophaalbruggen, basculebruggen, hefbruggen, aanleginrichtingen, hefdeuren en dergelijke zijn alleen aparte blokkenremmen met veren toegestaan.Beweegbare brug150
ROK-028115.8-NEN 6786-1Beweegbare brug160
ROK-00868Tabel 11-NEN 6786-1Beweegbare brug170

Geluidsschermen – overige regels waarin Eurocode 3 niet voorziet[bewerken]

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-0266Algemeen, NormenVoor de van toepassing zijnde normen (en documenten) zie hoofdstuk 2 en tabel T0511.Geluidsscherm1
ROK-0267Algemeen, eisen aan geluidsschermenGeluidsscherm2

Verkeerskundige draagconstructies – overige regels waarin Eurocode 3 niet voorziet[bewerken]

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-0268Algemeen, NormenVoor de van toepassing zijnde normen (en documenten) zie hoofdstuk 2 en tabel T0511.Verkeerskundige draagconstructie1
ROK-0269Algemeen, eisen aan Verkeerskundige draagconstructiesVoor verkeerskundige draagconstructies (portalen en uithouders) wordt verwezen naar de documenten genoemd in tabel 2-7.

In de inleiding van de componentspecificatie zijn de mogelijkheden beschreven ten aanzien van de keuze voor RWS-standaard VDC’s of een RWS akkoord bevonden alternatief (vermeld in de betreffende documenten).

Verkeerskundige draagconstructie2

Eisen voor uitvoering: NEN-EN 1090-1 Constructieve delen van staal en aluminium[bewerken]

Deel 1: Eisen voor conformiteitsbeoordeling van dragende delen

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-0270Algemeen-NEN-EN 1090-1Uitvoerende bedrijven moeten gecertificeerd zijn voor de vereiste uitvoeringsklasse volgens NEN-EN 1090-1.Kunstwerk1

Eisen voor uitvoering: NEN-EN 1090-2 Het vervaardigen van staal- en aluminiumconstructies[bewerken]

Deel 2: Technische eisen voor staalconstructies

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-0282Inhoudsopgave-NEN-EN 1090-2Kunstwerk10
ROK-02831-NEN-EN 1090-2Kunstwerk20
ROK-02841-NEN-EN 1090-2Constructiestaalsoorten voor koudgevormde producten boven S355 mogen niet worden toegepast.Kunstwerk30
ROK-02852-NEN-EN 1090-2Kunstwerk40
ROK-02862.6-NEN-EN 1090-2Voor aanvullende normen mbt conserveren zie RTD 1032.Kunstwerk50
ROK-02874.1.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk70
ROK-02884.1.2-NEN-EN 1090-2De uitvoeringsklasse wordt al tijdens het ontwerp bepaald. Zie eis ROK-0188.Kunstwerk80
ROK-02894.1.4-NEN-EN 1090-2De gegeven toleranties in NEN-EN 1090 betreffen algemene toleranties op onderdelen van een eindproduct. Specifieke toleranties kunnen bijvoorbeeld voortkomen vanuit de NEN-EN 1993-serie, koopproducten (voegen, opleggingen, lagers, tandwielkasten, etc.) of vanuit eisen in de ROK. Deze specifieke toleranties, die voortkomen uit ontwerpkeuzes, moeten worden vastgelegd in de tolerantiebeschouwing.Kunstwerk90
ROK-02904.2.2-NEN-EN 1090-2Een kwaliteitsplan voor de uitvoering van het werk is vereist. Bijlage C moet in dit kader als normatief worden gezien en als aanvullend op de eisen in het contract met betrekking tot dit aspect.Kunstwerk100
ROK-02915.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk110
ROK-02925.2-NEN-EN 1090-2Kunstwerk120
ROK-02935.3.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk130
ROK-01105.3.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk140
ROK-02945.3.1-NEN-EN 1090-2Aanvullende eisen aan constructiestaal, zie onderliggende eisen.Kunstwerk150
ROK-06665.3.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk170
ROK-02715.3.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk180
ROK-02725.3.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk190
ROK-008325.3.1-NEN-EN 1090-2, Spiraalgelast buismateriaalKunstwerk200
ROK-02955.4-NEN-EN 1090-2Kunstwerk210
ROK-06885.4-NEN-EN 1090-2Kunstwerk220
ROK-06905.4-NEN-EN 1090-2Kunstwerk240
ROK-02965.6.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk250
ROK-02975.6.3-NEN-EN 1090-2De minimale corrosiebestendigheid en materiaalkwaliteit voor roestvaststalen bouten moet A4-80 volgens NEN-EN-ISO 3506-1 en 2 zijn.Kunstwerk260
ROK-02985.6.4-NEN-EN 1090-2Hogesterkte constructieve boutcombinaties moeten van het HV-systeem zijn. De andere opties, constructieve boutsets volgens het HR-systeem en de de HRC-bouten, zijn niet toegestaan.Kunstwerk270
ROK-02995.6.5-NEN-EN 1090-2Directe spanningsaanduiders zijn niet toegestaan.Kunstwerk280
ROK-03005.6.7-NEN-EN 1090-2Wapeningsstaal mag niet worden gebruikt voor fundatiebouten.Kunstwerk290
ROK-03015.6.8-NEN-EN 1090-2Zie ROK aanvulling op 8.2.1 - ROK-0333.Kunstwerk300
ROK-03025.6.11-NEN-EN 1090-2Bijlage J geldt als normatief voor zeskantinjectiebouten. Voor aanvullende informatie wordt verwezen naar NEN-EN 1993-2+NB.Kunstwerk310
ROK-03035.9-NEN-EN 1090-2Voor ondersabeling van brugopleggingen is RTD 1012 van toepassing.Kunstwerk320
ROK-03045.10-NEN-EN 1090-2Voor dilatatievoegen voor bruggen zijn RTD’s 1007-1, 2 en 3 van toepassing.Kunstwerk330
ROK-03055.11-NEN-EN 1090-2Voor staalkabels voor werktuigbouwkundige constructies zie RTD 1020.Kunstwerk340
ROK-03065.12-NEN-EN 1090-2Voor brugopleggingen is RTD 1012 van toepassing.Kunstwerk350
ROK-03075.13-NEN-EN 1090-2Deze aanvulling geldt voor smeedstalen onderdelen en voor gewalste onderdelen van de mechanische uitrusting van veredeld- of carboneerstaal, zie onderliggende eisen.Kunstwerk360
ROK-02735.13-NEN-EN 1090-2Voor assen (transmissie- en draaipuntsassen, pennen, en dergelijke) en open tandwieloverbrengingen geldende volgende eisen, zie onderliggende eisen.Kunstwerk370
ROK-06715.13-NEN-EN 1090-2Kunstwerk380
ROK-06725.13-NEN-EN 1090-2Kunstwerk390
ROK-02745.13-NEN-EN 1090-2Kunstwerk400
ROK-02795.13-NEN-EN 1090-2Kunstwerk410
ROK-04355.13-NEN-EN 1090-2Kunstwerk420
ROK-03085.14-NEN-EN 1090-2Deze aanvulling geldt voor nodulair gietijzer. Hieronder wordt verstaan nodulair gietijzer volgens NEN-EN 1563. Het gaat hierbij om grote tandwielen, kabelschijven en dergelijke.Kunstwerk430
ROK-05445.14-NEN-EN 1090-2Kunstwerk440
ROK-05455.14-NEN-EN 1090-2Kunstwerk450
ROK-05465.14-NEN-EN 1090-2Kunstwerk480
ROK-03095.15-NEN-EN 1090-2Kunstwerk490
ROK-03106.2-NEN-EN 1090-2Kunstwerk500
ROK-03116.4.2-NEN-EN 1090-2Knippen en knabbelen is niet toegestaan.Kunstwerk510
ROK-03126.4.4-NEN-EN 1090-2De maximale hardheid van vrije kanten mag maximaal 380 HV zijn, ongeacht de staal kwaliteit (ivm conserveren).Kunstwerk520
ROK-03136.5.1-NEN-EN 1090-2Voor toepassingen waarbij het staal in de eindtoestand koudvervormd is (bijvoorbeeld troggen), moeten staalsoorten met de type aanduiding “C” worden toegepast. Zie ROK-0293.Kunstwerk530
ROK-03156.5.3.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk550
ROK-008376.6.3-NEN-EN 1090-2Voor uitvoeringsklasse 2 is ponsen alleen toegestaan i.c.m. minimaal 2 mm ruimen. Voor uitvoeringsklasse 3 en 4 is ponsen niet toegestaan.Kunstwerk560
ROK-03166.7-NEN-EN 1090-2Geponste ravelingen zijn niet toegelaten.Kunstwerk570
ROK-03177.1-NEN-EN 1090-2In aanvulling op NEN-EN-ISO 17660 moet ook NPR 2053 worden aangehouden voor het lassen van wapeningsstaal. Zie ook ROK-0085.Kunstwerk580
ROK-03187.2.2-NEN-EN 1090-2Kunstwerk (Id-90645ae0-04ec-e911-a2e1-00155d641201)590
ROK-03197.4.1.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk600
ROK-008927.4.1.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk610
ROK-008387.4.1.1-NEN-EN 1090-2Let op CET (volgens formule C.2) wijkt af van CE (volgens formule C.1), resp. CEV (volgens IIW formule). Zie bijlage C van NEN-EN 1011-2.Kunstwerk620
ROK-03207.4.1.2-NEN-EN 1090-2Kunstwerk630
ROK-03217.4.3-NEN-EN 1090-2Kunstwerk640
ROK-03227.5.1.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk650
ROK-03237.5.5-NEN-EN 1090-2Kunstwerk660
ROK-008397.5.6-NEN-EN 1090-2Kunstwerk670
ROK-03247.5.7-NEN-EN 1090-2Bij bepaalde toepassingen kan het voorverwarmen onwenselijk zijn, bijvoorbeeld bij hele dunne plaatdikten. In dat geval kan, met toestemming van de opdrachtgever, van de eis worden afgeweken.Kunstwerk680
ROK-03257.5.8.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk690
ROK-008407.5.8.2-NEN-EN 1090-2Kettinglassen zijn niet toegestaan.Kunstwerk700
ROK-008417.5.9.1-NEN-EN 1090-2Bij alle stompe lassen moeten aan en uitloopplaten worden toegepast, ongeacht de richting. De vorm van de aan- en uitloopplaten moet gelijk zijn aan de te lassen lasnaadvorm.Kunstwerk710
ROK-008427.5.9.2-NEN-EN 1090-2Kunstwerk720
ROK-03267.5.13-NEN-EN 1090-2Sleuf- en proplassen zijn niet toegestaan.Kunstwerk730
ROK-03277.5.14-NEN-EN 1090-2Puntlassen zijn niet toegestaan.Kunstwerk740
ROK-03287.5.16-NEN-EN 1090-2Kunstwerk750
ROK-008437.5.17-NEN-EN 1090-2Het lassen van stuiknaden in materiaal voor trogprofielen, vóór het zetten, is niet toegestaan.Kunstwerk760
ROK-03297.6-NEN-EN 1090-2Kunstwerk770
ROK-03307.7-NEN-EN 1090-2Laszones bij roestvast staal moeten hetzelfde uiterlijk en dezelfde kleur hebben als het moedermateriaal. Zie ook ROK-00876.Kunstwerk780
ROK-03317.7-NEN-EN 1090-2Het lassen van verschillende soorten roestvast staal aan elkaar of aan andere materialen mag de constructie niet nadelig beïnvloeden ten aanzien van de functionaliteit en/of de levensduur. Dit zal vooraf moeten worden aangetoond.Kunstwerk790
ROK-03328.1-NEN-EN 1090-2Er zijn uit corrosieoogpunt geen spleten toegestaan.Kunstwerk800
ROK-03338.2.1-NEN-EN 1090-2Niet voorgespannen bouten moeten, in geval van risico op trillingen, worden geborgd als daardoor risico bestaat dat ze los kunnen raken.Kunstwerk810
ROK-03348.2.4-NEN-EN 1090-2Er moeten bij alle boutverbindingen sluitringen onder de kop en de moer worden aangebracht.Kunstwerk820
ROK-03368.4-NEN-EN 1090-2Kunstwerk840
ROK-03378.5 -NEN-EN 1090-2Kunstwerk850
ROK-03388.5.4-NEN-EN 1090-2Kunstwerk860
ROK-03398.7.2-NEN-EN 1090-2De buitenoppervlakken moeten vrij zijn van kerven of sneden door het klinkgereedschap.Kunstwerk870
ROK-03408.8-NEN-EN 1090-2Bijlage J geldt als normatief voor zeskantinjectiebouten. Voor aanvullende info wordt verwezen naar NEN-EN 1993-2 + NB.Kunstwerk880
ROK-03419.3.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk890
ROK-008449.3.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk900
ROK-008459.6.5.3-NEN-EN 1090-2Daar waar tijdens samenbouwen lasverbindingen worden toegepast is NEN-EN 1090-2 hoofdstuk 7 van toepassing.Kunstwerk910
ROK-034210.1-NEN-EN 1090-2In de RTD 1032 zijn de eisen opgenomen die van toepassing zijn op de
oppervlaktebehandeling in het kader van conserveringswerkzaamheden.
Kunstwerk920
ROK-0087510.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk930
ROK-034310.2-NEN-EN 1090-2Eistekst is het hetzelfde als in RTD1032, maar hier bewust opgenomen.Kunstwerk940
ROK-0087610.2-NEN-EN 1090-2In aanvulling op 10.2 moet na verwerking van RVS de corrosiewerende laag worden hersteld en visueel gelijk zijn aan het moedermateriaal (gehele oppervlak egaal van uiterlijk/kleur).Kunstwerk950
ROK-034410.5-NEN-EN 1090-2

eistekst is het hetzelfde als in RTD1032, maar hier bewust opgenomen.

Kunstwerk970
ROK-034510.8-NEN-EN 1090-2In aanvulling op 10.8 moeten onbereikbare/slecht bereikbare plaatsen worden vermeden door eventuele te nemen maatregelen als inboxen. Ontwerpuitgangspunt is onderhoudsarm/vriendelijk.Kunstwerk980
ROK-034711-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.000
ROK-034912.4.1-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.020
ROK-035012.4.2.1-NEN-EN 1090-2In tabel 23 moeten wachttijden behorende bij voorwarmmethode B volgens NEN-EN 1011-2 aangehouden worden. Zie ook ROK-0323.Kunstwerk1.030
ROK-035112.4.2.3-NEN-EN 1090-2Tabel 24 wordt vervangen door tabel T0351. Deze dient als basis voor de invulling van de keuzes die gemaakt moeten worden bij het vastleggen van de eisen voor een specifieke constructie of gedeelte daarvan.Kunstwerk1.040
ROK-0089412.4.2.4-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.050
ROK-0089512.4.2.5-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.060
ROK-035212.4.2.6-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.070
ROK-055212.4.2.6, keuzetabel contract eisen-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.080
ROK-054712.4.2.6, a) Penetrant onderzoek-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.090
ROK-054812.4.2.6, b) Magnetisch onderzoek-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.100
ROK-054912.4.2.6, c) Ultrasoon onderzoek-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.110
ROK-055112.4.2.6, d) Radiografisch onderzoek-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.120
ROK-055012.4.2.6 e) Lamellar tearing of dubbelingen onderzoek-NEN-EN 1090-2,Kunstwerk1.130
ROK-056912.4.2.6, f) TOFD-onderzoek, NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.140
ROK-035312.4.2.7-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.150
ROK-035412.4.4-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.160
ROK-0355Bijlage A-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.170
ROK-0358Bijlage B-NEN-EN 1090-2Voor wijzigingen van NEN-EN 1090-2, Bijlage B is ROK-0347 van toepassing.Kunstwerk1.190
ROK-0553Bijlage B, NEN-EN 1993-2 - NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.200
ROK-0555Bijlage B, Functionele montagetoleranties – Bruggen-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.210
ROK-0554Bijlage B, B.2-NEN-EN 1090-2Tabel B.2 is niet van toepassing voor troggen (zie B.13)Kunstwerk1.220
ROK-0556Bijlage B, B.21 - 1) en 2)-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.230
ROK-0557Bijlage B, B.21 - 3)-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.240
ROK-0558Bijlage B, B.21 - 4) en 5)-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.250
ROK-0559Bijlage B, B.21 - 6)-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.260
ROK-0560Bijlage B, B.21 - 7)-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.270
ROK-0561Bijlage B, B.21 - 9)-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.280
ROK-0562Bijlage B, B.21 - 10) en 11)-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.290
ROK-0564Bijlage B, B.21 - 12)-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.300
ROK-0565Bijlage B, B.21 - 13)-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.310
ROK-0563Bijlage B, B.21 - 14)-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.320
ROK-0566Bijlage B, B.21 - 15)-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.330
ROK-0567Bijlage B, B.21 - 16)-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.340
ROK-00905Bijlage B, B.12 - 1)-NEN-EN 1090-2Verkeerskundige draagconstructie1.350
ROK-0357Bijlage C-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.360
ROK-0360Bijlage F-NEN-EN 1090-2In aanvulling op Bijlage F Corrosiebescherming van de NEN-EN 1090-2 is de RTD 1032 van toepassing.In de RTD 1032 zijn de eisen opgenomen die van toepassing zijn op de oppervlaktebehandeling in het kader van conserveringswerkzaamheden.Kunstwerk1.380
ROK-00883Bijlage F1.1-NEN-EN 1090-2In afwijking op Bijlage F1.1 van de NEN-EN 1090-2 is indien kathodische bescherming is voorgeschreven RTD 1029 'Eisen aan kathodische bescherming voor waterbouwkundige staalconstructies' van toepassing.In RTD 1029 zijn de eisen opgenomen die van toepassing zijn op de kathodische bescherming van waterbouwkundige staalconstructies, zowel voor opofferingsanoden als opgedrukte stroom.Kunstwerk1.390
ROK-0363Bijlage F4-NEN-EN 1090-2Verwezen wordt naar de ROK aanvulling bij NEN-EN 1993-1-8, 3.9.1 (1) - ROK-0200 in ROK paragraaf 7.8.Kunstwerk1.460
ROK-0370Bijlage G-NEN-EN 1090-2Bijlage G mag niet worden toegepast. Zie ROK-0200 en ROK-0336.Kunstwerk1.540
ROK-0371Bijlage H-NEN-EN 1090-2Zie ROK aanvullingen bij NEN-EN 1090-2, hoofdstuk 8 - ROK-0332 t/m ROK-0340.Kunstwerk1.550
ROK-00846Bijlage I-NEN-EN 1090-2Bijlage I mag niet worden toegepast.Kunstwerk1.560
ROK-0372Bijlage J-NEN-EN 1090-2Kunstwerk1.570
ROK-0373Bijlage M-NEN-EN 1090-2Zie ROK aanvullingen bij NEN-EN 1090-2, hoofdstuk 8 - ROK-0332 t/m ROK-0340.Kunstwerk1.580

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 21 dec 2021 om 19:10.