ROK-0772

Id-5fd2abaf-2180-447b-9c11-23a0d88e06d2
4-NEN-EN 1992-1-2
ROK(13 C)



Eistekst

Temperatuureisen voor stalen damwanden
Bij de toepassing van blijvende stalen damwanden moet aangetoond worden dat na het optreden van de brand, volgens de voorgeschreven brandkromme, de constructie constructief veilig blijft en als geheel repareerbaar is. Voor stalen damwanden wordt aan deze eis geacht te zijn voldaan als is aangetoond, rekenkundig of met behulp van proeven, dat de temperatuur in de damwand lager dan 250 °C blijft. Indien aangetoond wordt dat de blijvende extra vervormingen als gevolg van temperatuurverhogingen geen nadelige invloed hebben op het esthetisch aanzicht (onder andere vlakheid), de bruikbaarheid en de veiligheid van de constructie en de omgeving na de brand, dan is een maximale temperatuur van 400 °C toelaatbaar.

Een eventueel koelend effect van grondwater achter de damwand mag niet in rekening gebracht worden, tenzij dit open water betreft.

Toelichting

Uit TNO rapport “Oriënterend onderzoek naar het koelend effect van grondwater op stalen damwanden” blijkt dat bij de aanwezigheid van zand en/of klei niet van een koelende werking van grondwater achter de damwand mag worden uitgegaan. De gevormde waterdamp kan niet vrij naar het oppervlak ontsnappen en vormt daardoor een isolerende laag. Bij de toepassing van voorzetpanelen, welke de hittewerende functie vervullen, moet bij eventueel aanwezige voegen aandacht geschonken worden aan de lekkage van hitte naar de blijvende stalen damwand toe.

Volgens NEN-EN 1993-1-2 tabel 3.1 treedt een significant sterkteverlies op boven 400 °C. Tevens is bij 400 °C de elasticiteitsmodulus 30% en de proportionaliteitsgrens 58% lager.

Afbeeldingen

Bovenliggende eisen



Extra informatie


Links


Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 17 aug 2021 om 10:10.