ROK-0128
Id-7b132121-bde5-e911-a2e0-00155d641201
Eistekst
4.5 Spatten
Er moeten aantoonbaar werkende maatregelen worden genomen tegen afspatten van beton. De maatregelen kunnen bestaan uit het voldoende beschermen van het beton zodat afspatten niet kan plaatsvinden of door het toepassen van een betonmengsel dat ongevoelig is voor afspatten (eventueel met polypropyleen vezels). Door het uitvoeren van brandproeven moet de gevoeligheid tegen afspatten onder gebruiksomstandigheden worden aangetoond. Daarnaast moet het bouwproces voldoende beheerst plaatsvinden om te borgen dat de mengselsamenstelling in de tijd niet significant veranderd. De maatregelen tegen afspatten van beton moet worden uitgevoerd en aangetoond volgens de RTD 1030 Richtlijn brandwerende constructies.
Toelichting
Afspatten van beton als gevolg van een brand is complexe materie en met de huidige beperkte kennis van dit mechanisme niet toegankelijk voor voldoende nauwkeurige vaststelling c.q. beheersing ervan zonder praktijktesten. Daarom is geëist dat aantoonbaar werkende maatregelen tegen afspatten van beton genomen moeten zijn. Deze eis is generiek van toepassing voor die gevallen waarbij het beton een constructieve of een beschermende functie heeft tegen te hoge temperaturen ter plaatse van het achterliggende wapeningsstaal (betondekking), achterliggende constructiedelen, verankeringen, damwandstaal (betonnen voorzetwand), etc.
Bovenliggende eisen
Links
Paragraaf ROK | NEN-EN 1992-1-2 |
---|---|
Brondocument |
Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies – Deel 1-2: Algemene regels – Ontwerp en berekening van constructies bij brand |
Referentiedocumenten |
Nationale bijlage bij NEN-EN 1992-1-2+C1:2011, RTD 1030: Richtlijn brandwerende constructies |
Objecttype |
Tunnel |
Thema |
Beton |
Periode |
Ontwerpfase |
De eigenschap “Voorkeurslabel” (als paginatype) met de invoerwaarde “4.5 SpattenEr moeten aantoonbaar werkende maatregelen worden genomen tegen afspatten van beton. De maatregelen kunnen bestaan uit het voldoende beschermen van het beton zodat afspatten niet kan plaatsvinden of door het toepassen van een betonmengsel dat ongevoelig is voor afspatten (eventueel met polypropyleen vezels). Door het uitvoeren van brandproeven moet de gevoeligheid tegen afspatten onder gebruiksomstandigheden worden aangetoond. Daarnaast moet het bouwproces voldoende beheerst plaatsvinden om te borgen dat de mengselsamenstelling in de tijd niet significant veranderd. De maatregelen tegen afspatten van beton moet worden uitgevoerd en aangetoond volgens de RTD 1030 Richtlijn brandwerende constructies.” bevat ongeldige tekens of is onvolledig en kan daarom onverwachte resultaten veroorzaken tijdens een opvraag- of annotatieproces.
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 17 aug 2021 om 10:13.