ROK-00848

Id-a1d78744-ab09-4f87-bbf2-907702e35fe1
8.3.1-NEN-EN 1991-1-4
ROK(13 C)



Eistekst

Daar waar in de NEN-EN 1991-1-4 + NB wordt verwezen naar dtot moet rekening gehouden worden met dat er verschillende waardes voor dtot zijn, afhankelijk van de toepassing:

  1. Voor het bepalen van de krachtcoëfficiënt in x-richting Cfx,0 moet dtot aangenomen worden als de geprojecteerde hoogte van het totale aangeblazen oppervlak. Zie hiervoor figuur 8.3 in de NEN-EN 1991-1-4. Eventuele veiligheidskeringen of leuningen die geheel achter een andere veiligheidskering of leuning liggen worden daarbij niet meegerekend;
  2. Voor het bepalen van het referentieoppervlak Aref,x moet conform artikel 8.3.1(4) in de NEN-EN 1991-1-4 bij dtot de in de richting van de wind geprojecteerde hoogte van geleiderails, leuningen en andere boven rijdekniveau uitstekende delen opgeteld worden, ook wanneer deze over enige afstand verscholen liggen achter een andere veiligheidskering of leuning;
  3. Voor het bepalen van de krachtcoëfficiënt in z-richting Cf,z moet dtot aangenomen worden als de hoogte van het brugdek, conform figuur 8.6 in de NEN-EN 1991-1-4, zonder daarbij boven rijdekniveau uitstekende delen als geleiderails en leuningen op te tellen.

Toelichting

Links

Paragraaf ROKNEN-EN 1991-1-4
Brondocument
Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-4: Algemene belastingen – Windbelasting
Referentiedocumenten  
Nationale bijlage bij NEN-EN 1991-1-4
Objecttype
Kunstwerk
Thema
Civiel
Periode
Ontwerpfase


De eigenschap “Voorkeurslabel” (als paginatype) met de invoerwaarde “Daar waar in de NEN-EN 1991-1-4 + NB wordt verwezen naar dtot moet rekening gehouden worden met dat er verschillende waardes voor dtot zijn, afhankelijk van de toepassing: Voor het bepalen van de krachtcoëfficiënt in x-richting Cfx,0 moet dtot aangenomen worden als de geprojecteerde hoogte van het totale aangeblazen oppervlak. Zie hiervoor figuur 8.3 in de NEN-EN 1991-1-4. Eventuele veiligheidskeringen of leuningen die geheel achter een andere veiligheidskering of leuning liggen worden daarbij niet meegerekend; Voor het bepalen van het referentieoppervlak Aref,x moet conform artikel 8.3.1(4) in de NEN-EN 1991-1-4 bij dtot de in de richting van de wind geprojecteerde hoogte van geleiderails, leuningen en andere boven rijdekniveau uitstekende delen opgeteld worden, ook wanneer deze over enige afstand verscholen liggen achter een andere veiligheidskering of leuning; Voor het bepalen van de krachtcoëfficiënt in z-richting Cf,z moet dtot aangenomen worden als de hoogte van het brugdek, conform figuur 8.6 in de NEN-EN 1991-1-4, zonder daarbij boven rijdekniveau uitstekende delen als geleiderails en leuningen op te tellen.” bevat ongeldige tekens of is onvolledig en kan daarom onverwachte resultaten veroorzaken tijdens een opvraag- of annotatieproces.


Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 17 aug 2021 om 10:18.