Eigenschap:Toelichting (nl)

Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
dit is een toelichting.
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 20 pages using this property.
T
zie Tabel 4-1: Belastingsfactoren voor gevolgklasse 2 (STR/GEO)<br />zie Tabel 4-2: Belastingsfactoren voor gevolgklasse 3 (STR/GEO)  +
Ontwerptechnisch moet het uitgangspunt zijn dat de rubberen Omega-profielen de primaire waterkering is in de gebruiksfase. Het vermelde onder paragraaf 4.2 is daarom ook voor de bevestiging van de Omega-profielen van toepassing.  +
nieuwe versie van CUR aanbeveling 96 nieuwe uitgave VVK vezelversterkte kunststoffen  +
<p>De temperatuurverhoging door hydratatie die het pas gestorte beton ondergaat voordat een minimum druksterkte wordt bereikt, leidt niet tot dekverlenging. In een later stadium zal door het verder afkoelen vanaf deze bereikte temperatuur tot de uitgangstemperatuur een blijvende dekverkorting optreden. De invloed op de dimensionering van de oplegblokken kan worden beperkt door ontlasten (opnieuw instellen) van de oplegblokken nadat deze vervorming is opgetreden.</p>  +
Dit is opgenomen in NEN-EN 1992-2/NB, 6.8.1 (109).  +
<p>De praktijk heeft vaak uitgewezen dat, ondanks keuringen voorafgaand aan het storten van het beton, de betondekking niet voldoet aan de eisen. Oorzaken hiervan kunnen zijn:</p><ul> <li>het onvoldoende gedisciplineerd en zorgvuldig keuren;</li> <li>maatafwijkingen ten opzichte van het ontwerp van het betonstaal/supporten en/of hoogte van de ondergrond;</li> <li>het niet goed inspecteerbaar zijn (bijvoorbeeld bij toepassing van sparingsbakken etc) en/of het verplaatsen van de bekisting en/of wapening tijdens het storten van de beton. </li></ul><p>Aangezien de betondekking cruciaal is voor de duurzaamheid van de constructie, moet verificatie van de eisen op het gerealiseerde product plaatsvinden. De controle van de dekking voorafgaande aan het storten is te beschouwen als een beheersmaatregel ter beperking van het risico, niet als geschikte methode voor het aantonen van de eis aan de betondekking.</p>  +
Bij frontale botsing door een duwkonvooi zullen veelal de verbindingen tussen de bakken onderling breken en zullen de bakken elk hun eigen richting gaan. De botsingsenergie die dan op één plaats moet worden opgenomen, is minimaal de energie van één bak en maximaal nooit meer dan de energie van het halve konvooi.  +
<p>Beste Paul,</p><p>Ik ben in opdracht van Sonja Fennis bezig met de nieuwe versie van ROK. De huidige versie van ROK (versie 1.4) wordt gedigitaliseerd en daarnaast worden ook de wijzigingsvoorstellen meegenomen. Op de ROK 1.4 heb je in het verleden aangegeven wijzigingsvoorstellen te hebben. Het betreft de volgende voorstellen:</p><ul> <li>Barriers op kunstwerken, bijlage mail, kun je deze verduidelijken zodat ik er hem invoeren;</li> <li>NBD10005, samen met Caroline Nieuwland. Of met hiervoor Caroline benaderen.</li></ul><p>Lukt het om het tekstvoorstellen voor 8 mei aan te leveren? Ook als het niet lukt verneem ik het graag. we moeten op 8 mei namelijk wel beslissen of het voorstel nog mee kan voor verwerking in de 2.0, of door gaat schuiven naar de volgende versie van de ROK.</p><p>Met vriendelijke groet,</p><p>Bert Hesselink</p>  +
<p>Dit betreft onder andere AEC-granulaten maar ook andere reststoffen van Afval-Energie-Centrales.</p><p>Om te voorkomen dat de toepassing van bodemassen kan gaan leiden tot een vervuiling van de hergebruiksketen van beton, is de toepassing in beton niet toegestaan. De huidige reinigingstechnieken van AEC-bodemas leiden nog onvoldoende tot een product dat vrij toepasbaar is. Daarnaast is op dit moment nog onvoldoende bekend of AEC-granulaat geschikt is als toeslagmateriaal in gewapende betonconstructies, die ontworpen zijn voor een lange levensduur.</p>  +
<p>Door deze gronddekking wordt voorkomen dat de folie wordt blootgesteld aan weer en wind hetgeen de levensduur ten goede komt. Bovendien is hierdoor de folie minder kwetsbaar bij kleine werkzaamheden in de bodem en is begroeiing mogelijk.</p>  +
<p><br />Mail aan Sjoerd:</p><p><b><font face="Calibri"><font size="3">Van:</font></font></b><font face="Calibri"><font size="3"> Hesselink BH (Bert) <</font></font><a><font face="Calibri"><font size="3">bert.hesselink@movares.nl</font></font></a><font face="Calibri"><font size="3">><br /><b>Verzonden:</b> donderdag 30 april 2020 12:11<br /><b>Aan:</b> Wille, Sjoerd (GPO) <</font></font><a><font face="Calibri"><font size="3">sjoerd.wille@rws.nl</font></font></a><font face="Calibri"><font size="3">><br /><b>CC:</b> Fennis, Sonja (GPO) <</font></font><a><font face="Calibri"><font size="3">sonja.fennis@rws.nl</font></font></a><font face="Calibri"><font size="3">>; Dooren, Frank van (GPO) <</font></font><a><font face="Calibri"><font size="3">frank.van.dooren@rws.nl</font></font></a><font face="Calibri"><font size="3">>; Schaareman, Arjan (GPO) <</font></font><a><font face="Calibri"><font size="3">arjan.schaareman@rws.nl</font></font></a><font face="Calibri"><font size="3">>; Mooijweer, Rik (GPO) <</font></font><a><font face="Calibri"><font size="3">rik.mooijweer@rws.nl</font></font></a><font face="Calibri"><font size="3">><br /><b>Onderwerp:</b> RE: ROK 2.0 wijzigingsvoorstellen<font face="Calibri"><font size="3"> </font></font></font></font></p><p><font face="Calibri"><font size="3">Hoi Sjoerd,</font></font></p><p><font face="Calibri"><font size="3">We zijn nu net klaar met overzetting naar GRIP van de ROK 1.4. Deze staat nu integraal in GRIP hiervan zijn we bezig een print versie te maken. Dus als jullie reeds opmerkingen op teksten van de ROK 1.4 geef ze door dan kunnen we hiermee alvast om verbeter voorstellen te maken.</font></font></p><p><font face="Calibri"><font size="3">Een concept versie ROK 2.0 verwachten we medio begin juni klaar te hebben.</font></font></p><p style="margin-bottom: 16px;"><span style="font-size: 10pt;"><span style="color: black;"><span style="font-family: 'Arial',sans-serif;">Met vriendelijke groet,</span></span></span></p><p><span style="font-size: 10pt;"><span style="color: black;"><span style="font-family: 'Arial',sans-serif;">Bert Hesselink</span></span></span></p>  
met Ostar en Bart van den Broek  +
volledig nalopen wat er uit is en indien nodig aanvullen in ROK.  +
<p>Informatie/waarschuwing:</p><p>Bij een tweetal projecten in Nederland zijn tijdens/na het lassen van platen met verbeterde eigenschappen in dikterichting (Z35) scheuren opgetreden evenwijdig aan het plaatoppervlak. In beide gevallen betrof het een detaillering conform onderstaande schets waarbij tevens gold dat vrije krimp van de lassen door omliggende constructiedelen in sterke mate werd verhinderd. De scheuren bevonden zich exact in het midden van de in de dikterichting aangesproken plaat (gele plaat). Nog niet afgerond onderzoek leidt vooralsnog tot de volgende voorlopige conclusies: Het lasdetail is verre van optimaal (de in de dikterichting belastte plaat inkorten en als backing gebruiken voor een V-naad met vooropening tussen de “blauwe” platen, verdient ten aanzien van dit aspect de voorkeur); De plaat welke op zijn dikte-eigenschappen wordt aangesproken heeft op de plek waar deze het meest op zijn dikte-eigenschappen wordt aangesproken een snijrand die de dikte-eigenschappen kan beïnvloeden; Continu gegoten materiaal kan zogenaamde “mid-line” of “center-line” segregatie vertonen. Genoemde dunne segregatie laag heeft een afwijkende materiaalsamenstelling. Het lijkt erop dat die laag wel de sterkte haalt, maar slechts een beperkte breuktaaiheid heeft (waardoor kleine onvolkomenheden gecombineerd met hoge rekken tot scheurvorming leiden). De segregatie-laag lijkt bij een beperkt aantal continu gegoten platen aanwezig te zijn. De standaard beproevingsmethoden voor Z-kwaliteit tonen de aanwezigheid en de eigenschappen van een dergelijke segregatie-laag niet aan.</p><p><u>Nog niet afgerond onderzoek</u> leidt vooralsnog tot de volgende voorlopige conclusies:</p><ul> <li>Het lasdetail is verre van optimaal (de in de dikterichting belastte plaat inkorten en als backing gebruiken voor een V-naad met vooropening tussen de “blauwe” platen, verdient <u>ten aanzien van dit aspect </u>de voorkeur);</li> <li>De plaat welke op zijn dikte-eigenschappen wordt aangesproken heeft op de plek waar deze het meest op zijn dikte-eigenschappen wordt aangesproken een snijrand die de dikte-eigenschappen kan beïnvloeden;</li> <li>Continu gegoten materiaal <u>kan</u> zogenaamde “mid-line” of “center-line” segregatie vertonen. Genoemde dunne segregatie laag heeft een afwijkende materiaalsamenstelling. Het lijkt erop dat die laag wel de sterkte haalt, maar slechts een beperkte breuktaaiheid heeft (waardoor kleine onvolkomenheden gecombineerd met hoge rekken tot scheurvorming leiden). De segregatie-laag lijkt bij een beperkt aantal continu gegoten platen aanwezig te zijn. De standaard beproevingsmethoden voor Z-kwaliteit tonen de aanwezigheid en de eigenschappen van een dergelijke segregatie-laag niet aan.</li></ul>  
<p>teksten gelijkwaardigheid principe komen in inleiding</p><p>luchtbelvormer, afhandelen in ISS-0143</p><p>Daarmee kan dit issue afgesloten worden </p>  +
<p><span style="font-size:11pt"><span style="font-family:Calibri,sans-serif"><b>Van:</b> Frank van Dooren <<a href="mailto:frankvandooren@casema.nl" style="color:blue; text-decoration:underline">frankvandooren@casema.nl</a>><br /><b>Verzonden:</b> donderdag 8 oktober 2020 19:48<br /><b>Aan:</b> Schaafsma, Dick (GPO) <<a href="mailto:dick.schaafsma@rws.nl" style="color:blue; text-decoration:underline">dick.schaafsma@rws.nl</a>><br /><b>CC:</b> Fennis, Sonja (GPO) <<a href="mailto:sonja.fennis@rws.nl" style="color:blue; text-decoration:underline">sonja.fennis@rws.nl</a>><br /><b>Onderwerp:</b> ROK</span></span></p><p> </p><p><span style="font-size:11pt"><span style="font-family:Calibri,sans-serif">Hoi Dick,</span></span></p><p><span style="font-size:11pt"><span style="font-family:Calibri,sans-serif">Er zijn een aantal zaken voor stalen bruggen die we willen aanpassen in ROK1.9/2.0, waarvan ik niet weet of je daarin mee wilt gaan voor betonnen bruggen.</span></span></p><ol> <li style="margin-left:8px"><span style="font-size:11pt"><span style="font-family:Calibri,sans-serif">De wielprentlengte<br /> In opdracht van de provincie Noord-Holland heeft TNO een literatuuronderzoek gedaan naar de afmetingen van wielprenten. Ik heb daar regelmatig aan tafel gezeten en ben met Adri een aantal keren in detail door het rapport gegaan.<br /> Resultaat is dat de wielprentlengte voor de astypen A, B en C (in Eurocode 320 mm) aanzienlijk te groot is (er is geen enkele achtergrond voor te vinden), breedte is redelijk OK. Voor de Brienenoord houden we nu, met wat nabewerkingen van dat rapport, 220 mm aan bij gebruik van vermoeiingsmodel 4a uit de NB 1991-2<br /> Rapport is ook gepresenteerd in commissie brugbelastingen waar het niet conservatief zijn is erkent. Er volgt nog nader onderzoek en rapportage naar de effecten. Uit de combinatie van die rapporten moet een finaal voorstel komen voor de prentafmetingen.<br /> Voor staal wil ik die 220 in de ROK1.9/2.0 opnemen (gekoppeld aan het gebruik van vermoeiingsmodel 4a, met assen A en C tot 90 KN en assen B tot 150 KN; 4a is ook het enige model wat voor staal mag worden gebruikt)<br /> Voor beton geldt volgens de NB vermoeiingsmodel 4b, welke in de ROK wordt aangevuld met een aantal wagens. In dat model gaan de assen A en C tot ongeveer dezelfde aslaten als in 4a, maar de B-assen gaan tot (extreem) zelfs 240 KN (alhoewel die weinig voorkomt). Hogere aslasten hebben natuurlijk een grotere prentlengte (uitgaande van adviesbandenspanningen).<br /> <span style="background:yellow">Vraag: wil je voor betonnen bruggen mee met staal en naar een prentlengte van 220 mm of houd je het bij 320 mm</span><br /> noot: ik neem het wel mee in het commentaar op de 1991-2</span></span></li> <li style="margin-left:8px"><span style="font-size:11pt"><span style="font-family:Calibri,sans-serif"> Er loopt al lang een discussie binnen de Eurocode-commissie mbt de veiligheidsfactoren op vermoeiing.<br /> Voor staal hanteren we daar nu een gamma_Ff (belastingkant) van 1,0, voor de materiaalkant gamma_Mf 1,35 voor hoofddraagsystemen en 1,15 voor orthotrope dekken (beide igv CC3 bruggen).<br /> De scandinavische landen willen al heel lang naar een gecombineerde factor (materiaal*belasting) van orde 1,9 a 2, Duitsland wil het houden bij de 1,15 die zij nu hanteren (op alles, dus 1,15 materiaal en 1 belasting).<br /> Promotie-onderzoek van Johan met 2 promovendi de afgelopen jaren (ooit geïnitieerd door Ane samen met Prorail) toont aan, obv te behalen Bertha, dat het 1,45 voor hoofddraagsystemen moet zijn en 1,15 voor orthotrope rijvloeren (waar dan op de achtergrond in zit dat de 1,45 geldt voor CC3 lange invloedslijnen en de 1,15 voor CC2 korte invloedslijnen; CC2 lange invloedslijnen (hoofddraagsystemen) zit daar tussenin, orde 1,25. Alle getallen zijn gekoppeld aan 6 jaarlijkse visuele inspectie.<br /> Onderzoek is wel primair geënt op stalen verkeers- en spoorbruggen i.c.m. FLM4a voor verkeersbruggen en metingen bij spoorbruggen<br /> Voorstel is inmiddels gepresenteerd in 1993-1-9 commissie en er lijkt draagvlak voor te zijn (niet in de laatste plaats omdat Duitsland alles in CC2 ontwerpt).<br /> ik heb geen idee wat jullie bij betonnen bruggen hanteren (in de 1991-1-1 zie een belastingfactor 1 maar ik kan de materiaalfator niet vinden)<br /> <span style="background:yellow">Vraag: wil je voor betonnen bruggen mee met staal en naar een factor 1,45 voor hoofddraagsysteem en 1,15 voor lokale belastingen (druklagen denk ik) of houd je het bij de huidige waarden (wat die ook zijn).</span></span></span></li></ol><p><span style="font-size:11pt"><span style="font-family:Calibri,sans-serif">In geval je toelichting nodig hebt aub even bellen.</span></span></p><p><span style="font-size:11pt"><span style="font-family:Calibri,sans-serif">Mvg</span></span></p><p><span style="font-size:11pt"><span style="font-family:Calibri,sans-serif">Frank</span></span></p>  
mail 24-10, beantwoord op 6-3-2020  +
Tabel 5-10: Belastingscombinaties voor bewegingswerken voor punt- en draaideuren  +
Blijkens ervaring is het op lange termijn niet gegarandeerd dat bij een alleen op aanhechting verbonden gespoten bekleding duurzaam de aanhechtsterkte aanwezig is of blijft behouden. Het bevestigingssysteem kan bestaan uit een in de gespoten bekleding opgenomen netje bevestigd door middel van boutjes aan het beton (corrosievast). Dit houdt niet in dat geen aandacht besteed zou hoeven te worden aan de aanhechting van de gespoten hittewerende bekleding. Het mechanische verankeringssysteem dient als vangnet voor als onverhoopt lokaal de aanhechting onvoldoende is of in de loop der tijd achteruit zou zijn gegaan.  +
<p>document van Arnaud is aanwezig. Kan verwerkt worden, maar het is niet helemaal duidelijk of eis 1.1 - 1.11 in dezelfde subset moeten vallen als 1.12. Daarnaast is er in het huidige tekstvoorstel nog onduidelijkheid over primaire waterkering en regionale waterkering. Dat moet duidelijk vastgelegd worden. Eventuele workaround: nieuwe teksten aanhouden en voor regionale waterkeringen verwijzen naar ROK 1.4 (Leidraad is verouderd - geen energie steken in 'fixen' in de ROK).</p><p> </p>  +

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 22 sep 2020 om 13:10.