ROK

ROK(13 C)

Inleiding[bewerken]

De Richtlijnen Ontwerp Kunstwerken (ROK) is een Kader binnen de Werkwijzer RWS. Het is een verzameling van generieke eisen waaraan het ontwerp en de uitvoering van een nieuw te bouwen kunstwerk moet voldoen. Daarmee zijn het (ontwerprand)voorwaarden die gesteld worden aan de uit te voeren verificaties (modellering met controleberekening of keuringen). De ROK is ook van toepassing voor nieuwe onderdelen van bestaande kunstwerken, wanneer deze onderdelen worden vervangen, of voor verbredingen wanneer kunstwerken worden uitgebreid.

Het ontwerpen van kunstwerken is een creatief proces dat in alle vrijheid plaats moet vinden. Het product wat hierbij ontstaat, moet echter wel betrouwbaar, duurzaam en functioneel zijn. Om dit aan te tonen zijn eisen en randvoorwaarden nodig. Het overgrote deel van deze eisen is opgenomen in de Eurocodes met bijbehorende Nationale Bijlagen. In aanvulling hierop heeft RWS nog een aantal specifieke eisen, omdat de Eurocode eisen niet streng genoeg zijn, of omdat ze niet voorkomen in de Eurocodes en Nationale Bijlagen. Ook bieden de Eurocodes en Nationale Bijlagen soms keuzemogelijkheden die via deze ROK worden ingevuld.

De ROK beoogt alle richtlijnen te omvatten voor alle type kunstwerken die in paragrafen 1.4 en 1.5 zijn gedefinieerd. Voor de ordening van de eisen is de structuur van de Eurocode gevolgd.

De Eurocodes met Nationale Bijlagen bevatten de eisen voor Constructieve Veiligheid en Duurzaamheid. Er zijn geen Eurocode delen beschikbaar voor de kunstwerkcategorieën tunnels, natte kunstwerken, beweegbare bruggen, geluidsschermen en verkeerskundige draagconstructies. Hoewel veel van de constructie-onderdelen van deze kunstwerken berekend kunnen worden met de Eurocodes, zijn er specifieke grondslagen, belastingen en materiaaleisen nodig om betrouwbare kunstwerken te realiseren. Hierin is voorzien door in de ROK specifieke eisen op te nemen per categorie.

In deze ROK zijn als aanvulling op de Eurocodes ook andere richtlijnen genoemd, zoals CUR-rapporten, CROW-richtlijnen, en dergelijke en eigen RWS-richtlijnen. De RWS-richtlijnen zijn in het laatste hoofdstuk genoemd. Deze richtlijnen moeten worden toegepast bij het ontwerpen van kunstwerken, maar gaan over andere zaken dan de constructieve veiligheid en de duurzaamheid van de hoofddraagconstructie. Omdat het voor het ontwerpproces nuttig is, bevat de ROK soms ook handreikingen en Best Practices.

In de ROK gaat het over het ontwerp van de kunstwerken, met eventuele mechanische uitrustingen, en niet over het ontwerp van de afmetingen die vanuit functionele eisen nodig zijn. Ook het ontwerp van installaties, die toegevoegd moeten worden vanwege de functionele eisen, zijn geen onderwerp van deze ROK.

Het is niet toegestaan om gebruik te maken van alternatieve ontwerp- en berekeningsregels, verschillend van de regels zoals in deze ROK gegeven zijn. Ontheffing hierop dient voor de start van het ontwerp verkregen te worden via de beheercommissie van de ROK. Beoordeling zal plaatsvinden op basis van de aangeleverde onderbouwing voor de afwijking en de aantoning dat de alternatieve regels ten minste gelijkwaardig zijn wat betreft de constructieve veiligheid, bruikbaarheid en duurzaamheid, die zou mogen worden verwacht bij gebruikmaking van de ROK.

De ROK is als contractdocument alleen digitaal als pdf-versie verkrijgbaar. De ROK 2.0 is ook digitaal ter informatie te raadplegen via https://rok-rws.wikixl.nl (in ontwikkeling).

De beheercommissie van de ROK heeft gemerkt dat de ROK ook buiten Rijkswaterstaat als contractdocument wordt voorgeschreven. De ROK is bedoeld om projectoverstijgende keuzes van Rijkswaterstaat vast te leggen, onder andere op het gebied van het vereiste veiligheidsniveau, de mate van robuustheid, vereiste ontwerplevensduur, etc. Dit kan aanleiding zijn om deze ROK niet buiten Rijkswaterstaat te gebruiken of in ieder geval enige voorzichtigheid te betrachten met het overnemen van Rijkswaterstaatspecifieke eisen.

Doelstelling[bewerken]

Met de ROK wil Rijkswaterstaat, als deskundig opdrachtgever, eenduidige richtlijnen aangeven voor het ontwerpen van al zijn nieuw te bouwen kunstwerken.

Wijzigingenbeheer[bewerken]

De gebruikers van de ROK kunnen vragen of wijzigingsvoorstellen over de ROK insturen naar het contactformulier.

Wijzigingen van de ROK worden uitgebracht in de vorm van wijzigingsbladen of van een nieuwe versie. Deze wijzigingen worden door de beheercommissie van de ROK vastgesteld.

Definitie kunstwerkcategorieën[bewerken]

De Eurocodes onderscheiden drie categorieën:

  • Gebouwen
  • Bruggen
  • Overige constructies


Veel typen kunstwerken van RWS worden niet genoemd in de Eurocodes. In de ROK zijn daarom de volgende 6 categorieën benoemd:

  • Brug
  • Tunnel
  • Nat kunstwerk
  • Beweegbare brug
  • Geluidsscherm
  • Verkeerskundige draagconstructie


De categorieën Gebouwen en Overige constructies worden niet beschouwd als ‘kunstwerken van RWS’ en komen daarom niet voor in de ROK. De categorie 'Brug' is synoniem aan Eurocode categorie Bruggen.

De algemene definities van de categorieën zijn opgenomen in tabel 1-1. In de praktijk kunnen ook mengvormen van categorieën voorkomen. In dat geval zijn voor de verschillende kunstwerkdelen/elementen de corresponderende ROK-bepalingen van toepassing. Bijvoorbeeld in het geval dat een tunneldak door verkeer wordt belast, moeten voor het betreffende gedeelte de regels voor 'Tunnel' (bijvoorbeeld voor brandveiligheid) en 'Brug' (bijvoorbeeld t.b.v. verkeersbelasting) worden gehanteerd.

Kunstwerksoorten en –benamingen[bewerken]

Kunstwerken van RWS hebben diverse benamingen. Soms zijn er verschillende benamingen voor hetzelfde type kunstwerk. In tabel 1-2 is aangegeven in welke categorie de verschillende kunstwerken moeten worden ingedeeld.
Tabel 1-2: Indeling van kunstwerken in ROK categorieën

KunstwerknaamAlgemene definitieROK Categorie
AanbrugBrugdeel dat aansluit op de hoofdoverspanning.Brug
BoogbrugZie ook onder kunstwerknaam “Brug”. Brug waarbij de hoofddraagconstructie bestaat uit een belaste boog waarop het brugdek steunt door middel van kolommen, of waarbij het brugdek aan de boog is opgehangen door middel van hangers of trekstangen.Brug
Brug (vast)Kunstwerk over een waterweg, watergang of waterloop, bestaande uit een brugdek gesteund door pijlers en/of landhoofden.Brug
Duiker(brug)Kunstwerk voor de waterhuishouding, bestaande uit een kokervormige constructie aangebracht onder een weg of spoorweg of in een dam.Brug
EcoductWildwissel in de vorm van een viaduct voor passages van dieren over een weg of spoorweg.Brug
Fly-overKunstwerk in de vorm van een viaduct dat deel uitmaakt van een verkeersbaan en waarmee een verkeerstroom over twee of meer ongelijkvloerse verkeersstromen wordt geleid.Brug
HangbrugZie ook onder kunstwerknaam “Brug”. Brug waarvan het brugdek door kabels of staven is opgehangen aan een of meer draagkabels.Brug
OverkluizingIn de grond of aardebaan aangebrachte plaatconstructie ter bescherming van leidingen.Brug
TuibrugZie ook onder kunstwerknaam “Brug”. Brug die wordt gedragen door een aantal tuien.Brug
VakwerkbrugZie ook onder kunstwerknaam “Brug”. Brug waarvan de hoofddraagconstructie is opgebouwd als een vakwerkligger.Brug
ViaductKunstwerk over een weg, spoorweg of terreinverdieping, bestaande uit een dek gesteund door pijlers en landhoofden.Brug
KunstwerknaamAlgemene definitieROK Categorie
(Half) verdiepte liggingWeg onder maaiveldniveau (o.a. bakconstructie, folieconstructies, weg tussen keerwanden of damwanden, etc.).Tunnel
AfzinktunnelTunnel bestaande uit geprefabriceerde elementen, die in drijvende toestand worden verplaatst en in een vooraf gebaggerde sleuf worden afgezonken.Tunnel
AquaductKunstwerk waarmee een watergang door een bakvormige constructie over een weg, een spoorweg, een andere watergang, een leiding of een terrein wordt geleid.Tunnel
BoortunnelOndergrondse tunnel die wordt samengesteld achter een boorinstallatie waarmee de grond aan de kop van de installatie wordt verwijderd.Tunnel
EcotunnelWildwissel in de vorm van een tunnel voor passages van dieren onder een weg of spoorweg.Tunnel
FietstunnelTunnel voor passage van fietsers onder een weg of spoorweg. Passage ligt onder (grond)waterniveau.Tunnel
FolieconstructieEen folieconstructie is een kunstwerk waarbij in een ontgraving door middel van een folie een kunstmatige bodemafsluiting wordt gerealiseerd, die ten behoeve van de blijvende situatie in overeenstemming met de evenwichtstoestand wordt aangeaard.
De folie is hierin een dun, membraanvormig vloeistofdicht constructie-element. Het begrip membraanvormig wil zeggen, dat de folie zich in twee dimensies uitstrekt en geen noemenswaardige buigstijfheid bezit.
Tunnel
OnderdoorgangKruising van (spoor)wegen waarbij de onderdoorgaande (spoor)weg ligt onder maaiveldniveau.Tunnel
Open tunnelbakOpen bakconstructie welke onder maaiveld ligt.Tunnel
TrektunnelTunnel die buiten het werk wordt samengesteld en door het uitoefenen van duw- of trekkrachten op zijn plaats wordt gebracht. De trektunnel ligt boven (grond-)waterniveau.Tunnel
Tunnel (algemeen)Kokervormig kunstwerk onder een of meer wegen, spoorwegen, waterwegen en/of andere hindernissen, als ondergrondse doorgang voor verkeer, leidingen of dieren.Tunnel
VeetunnelTunnel voor passage van vee onder een weg of spoorweg. Passage ligt onder (grond)waterniveau.Tunnel
Wildtunnel / Faunatunnel / Veetunnel / FietstunnelTunnel voor passages van kleine dieren, vee of fietsers onder een weg of spoorweg. Passage ligt boven (grond-)waterniveau.Tunnel
KunstwerknaamAlgemene definitieROK Categorie
GemaalKunstwerk of installatie dat water transporteert door verpomping of op te schroeven.Nat kunstwerk
HavenNatuurlijke of aangelegde veilige ligplaats voor schepen die beschutting biedt tegen wind en golven.Nat kunstwerk
KadeAfscheiding van land en water met als doel bescherming van de oever, door middel van bijvoorbeeld beschoeiing, metselwerk of beton. Een kade kan daarnaast ook de functie hebben om schepen aan te leggen.Nat kunstwerk
RioleringStelsel van constructies en installaties bestemd voor de inzameling, het transport en de tijdelijke berging van afval/hemelwater.Nat kunstwerk
SchutsluisKunstwerk met een beweegbare waterkering, dat de verbinding vormt tussen twee waterwegen.Nat kunstwerk
SifonDuiker die een ander water kruist, waarbij de bovenkant van de duiker onder de kruisende waterbodem ligt.Nat kunstwerk
SpuisluisUitwateringssluis om een overvloed aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater te laten afvloeien. Tevens dient de spuisluis voor het keren van buitenwater.Nat kunstwerk
StormvloedkeringWaterbouwkundige constructie die verhindert dat water bij stormvloed of springtij de monding van een rivier instroomt en stroomopwaarts tot overstromingen leidt.Nat kunstwerk
StuwVaste of beweegbare waterkering voor het stuwen van water tot een gewenst peil.Nat kunstwerk
Waterregulerings-werkVaste overlaat of inlaat die voorziet in een vrije afvoer of aanvoer van water wanneer een bepaald peil wordt bereikt.Nat kunstwerk
KunstwerknaamAlgemene definitieROK Categorie
AanleginrichtingHet gedeelte van een aanleginrichting dat als brug wordt gebruikt, moet als beweegbare brug worden beschouwd. De rest valt onder de categorie Nat kunstwerk.Beweegbare brug
BasculebrugZie ook onder “Beweegbare brug”. Beweegbare brug waarbij val en staartstuk in elkaars verlengde liggen en het geheel draait om een vaste horizontale as.Beweegbare brug
Brug (beweegbaar)Zie ook onder kunstwerknaam “Brug”. Gedeelte van een brug dat voor het kruisende verkeer geopend kan worden inclusief de daarvoor benodigde bewegingswerken.Beweegbare brug
DraaibrugZie ook onder “Beweegbare brug”. Om een verticale as draaibare brug.Beweegbare brug
HefbrugZie ook onder “Beweegbare brug”. Beweegbare brug waarbij een brugdeel rechtstandig verticaal langs heftorens wordt bewogen.Beweegbare brug
OphaalbrugZie ook onder “Beweegbare brug”. Beweegbare brug waarbij het val over de volle breedte draaiend om horizontale assen opengaat met behulp van de balans met contragewicht, die is opgelegd op de hameistijlen of hameipoort en met het val is verbonden door hangstaven.Beweegbare brug
KunstwerknaamAlgemene definitieROK Categorie
FijnstofschermScherm langs wegen om de luchtkwaliteit van de omgeving te verbeteren.Geluidsscherm
Geluidsscherm (algemeen)Scherm langs wegen om het verkeerslawaai voor de omgeving te verminderen.Geluidsscherm
LuchtschermScherm langs wegen om de luchtkwaliteit van de omgeving te verbeteren.Geluidsscherm
VeiligheidsschermScherm op kunstwerk voor de veiligheid van het onderdoorgaande verkeer (stenengooiers).Geluidsscherm
KunstwerknaamAlgemene definitieROK Categorie
PortaalEen kolom (staander) in elke berm, met daarop of daartussen een ligger.Verkeerskundige draagconstructie
UithouderEen constructie waarbij een kolom (staander) in de berm is geplaatst, waaraan één of 2 armen zijn bevestigd. De arm is samengesteld uit profielen. De arm wordt ook wel uitlegger genoemd.Verkeerskundige draagconstructie

In de ROK worden normen, rapporten, richtlijnen en dergelijke genoemd zonder de actuele versies aan te duiden. In de hierna opgenomen overzichten worden hun officiële naam, versienummer en jaar van uitgifte vastgelegd.

Toelichting: Het overzicht is niet bedoeld als complete lijst van documenten die voor het ontwerp van belang zijn. De ontwerper is verantwoordelijk voor het hanteren van relevante normen, richtlijnen, etcetera bij het ontwerp.

NEN normen[bewerken]

Tabel 2-3: Eurocode delen

TitelVersie : jaar (taal)
Geotechnisch ontwerp van constructies – Deel 1: Algemene regels.NEN 9997-1+C2:2017 (nl)
Eurocode: Grondslagen van het constructief ontwerpNEN-EN 1990+A1+A1/C2:2019 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1990NEN-EN 1990+A1+A1/C2:2019/NB:2019 (nl)
Eurocode 1: Belastingen op constructies - Deel 1-1: Algemene belastingen - Volumieke gewichten, eigen gewicht en gebruiksbelastingen voor gebouwenNEN-EN 1991-1-1+C1+C11:2019 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1991-1-1NEN-EN 1991-1-1+C1+C11:2019/NB:2019 (nl)
Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-2: Algemene belastingen – Belasting bij brandNEN-EN 1991-1-2+C3:2019 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1991-1-2NEN-EN 1991-1-2+C3:2019/NB:2019 (nl)
Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-3: Algemene belastingen – SneeuwbelastingNEN-EN 1991-1-3+C1+A1:2019 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1991-1-3NEN-EN 1991-1-3+C1+A1:2019/NB:2019 (nl)
Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-4: Algemene belastingen – WindbelastingNEN-EN 1991-1-4+A1+C2:2011 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1991-1-4NEN-EN 1991-1-4:2011/NB:2019+C1:2020 (nl)
Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-5: Algemene belastingen – Thermische belastingNEN-EN 1991-1-5+C1:2011 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1991-1-5NEN-EN 1991-1-5+C1:2011/NB:2019 (nl)
Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-6: Algemene belastingen – Belastingen tijdens uitvoeringNEN-EN 1991-1-6:2005/C3:2013 (en)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1991-1-6NEN-EN 1991-1-6:2005/NB:2013 (en)
Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 1-7: Algemene belastingen – Buitengewone belastingen: stootbelastingen en ontploffingenNEN-EN 1991-1-7+C1+A1:2015 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1991-1-7NEN-EN 1991-1-7:2015/NB:2019 (nl)
Eurocode 1: Belastingen op constructies – Deel 2: Verkeersbelasting op bruggenNEN-EN 1991-2+C1:2015 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1991-2NEN-EN 1991-2+C1:2015/NB:2019 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1992-1-1NEN-EN 1992-1-1+C1:2011/NB:2016+A1:2020 (nl)
Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies – Deel 1-1: Algemene regels en regels voor gebouwenNEN-EN 1992-1-1+C2:2011 (nl)
Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies – Deel 1-2: Algemene regels – Ontwerp en berekening van constructies bij brandNEN-EN 1992-1-2+C1:2011+C11:2017 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1992-1-2+C1:2011NEN-EN 1992-1-2+C1:2011/NB:2011 (nl)
Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies – Deel 2: Betonnen bruggen – Regels voor ontwerp, berekening en detailleringNEN-EN 1992-2+C1:2011 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1992-2NEN-EN 1992-2+C1:2011/NB:2016 (nl)
Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies – Deel 3: Constructies voor keren en opslaan van stoffenNEN-EN 1992-3:2006 (en)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1992-3NEN-EN 1992-3:2006/NB:2011 (en)
Eurocode 2 - Ontwerp en berekening van betonconstructies - Deel 4: Ontwerp en berekening van bevestigingsmiddelen voor gebruik in betonNEN-EN 1992-4:2018 (en)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1992-4:2018NEN-EN 1992-4:2018/NB:2019 (en)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-1-1NEN-EN 1993-1-1+C2+A1/NB:2016 (nl)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-1: Algemene regels en regels voor gebouwenNEN-EN 1993-1-1+C2+A1:2016 (nl)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-10: Materiaaltaaiheid en eigenschappen in de dikterichting (inclusief correctieblad C11:2015)NEN-EN 1993-1-10+C2:2011 (nl) inclusief C11:2015 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-1-10NEN-EN 1993-1-10:2006/NB:2007 (nl)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-11: Ontwerp en berekening van op trek belaste componentenNEN-EN 1993-1-11+C1:2011 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-1-11NEN-EN 1993-1-11:2007/NB:2011 (nl)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-12: Aanvullende regels voor de uitbreiding van EN 1993 voor staalsoorten tot en met S 700NEN-EN 1993-1-12+C1:2011 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-1-12NEN-EN 1993-1-12:2007/NB:2011 (en)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-2: Algemene regels – Ontwerp en berekening van constructies bij brandNEN-EN 1993-1-2+C2:2011 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-1-2NEN-EN 1993-1-2+C2:2011/NB:2015 (nl)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-3: Algemene regels – Aanvullende regels voor koudgevormdedunwandige profielen en platen (inclusief correctieblad C3:2009)NEN-EN 1993-1-3:2006 (en) inclusief C3:2009 (en)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-1-3NEN-EN 1993-1-3:2006/NB:2011 (en)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-4: Algemene regels – Aanvullende regels voor roestvaste staalsoorten (inclusief wijzigingsblad A1:2015)NEN-EN 1993-1-4:2006 (nl) inclusief A1:2015 (en)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-1-4NEN-EN 1993-1-4:2006/NB:2012 (en)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-5: Constructieve plaatveldenNEN-EN 1993-1-5+C1:2012 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-1-5NEN-EN 1993-1-5:2006/NB:2011 (nl)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-6: Algemene regels – Sterkte en stabiliteit van schaalconstructies (inclusief correctieblad C1:2009 en aanvulling A1:2017)NEN-EN 1993-1-6:2007 (en) inclusief C1:2009 (en) inclusief A1:2017 (en)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-1-6NEN-EN 1993-1-6:2007/NB:2011 (en)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-7: Sterkte en stabiliteit haaks op het vlak belaste platen (inclusief correctieblad C1:2009)NEN-EN 1993-1-7:2008 (en) inclusief C1:2009 (en)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-1-7NEN-EN 1993-1-7:2008/NB:2011 (en)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-8: Ontwerp en berekening van verbindingen (inclusief correctieblad C11:2016)NEN-EN 1993-1-8+C2:2011 (nl) inclusief C11:2016 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-1-8NEN-EN 1993-1-8+C2:2011/NB:2011 (nl)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 1-9: VermoeiingNEN-EN 1993-1-9+C2:2012 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-1-9NEN-EN 1993-1-9:2006/NB:2011 (nl)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 2: Stalen bruggenNEN-EN 1993-2+C1:2011 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-2NEN-EN 1993-2+C1:2011/NB:2011 (nl)
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies – Deel 5: Palen en damwanden (inclusief correctieblad C1:2009)NEN-EN 1993-5:2008 (en) inclusief C1:2009 (en)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1993-5NEN-EN 1993-5:2008/NB:2012 (en)
Eurocode 4: Ontwerp en berekening van staal-betonconstructies – Deel 1-1: Algemene regels en regels voor gebouwenNEN-EN 1994-1-1+C1:2011 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1994-1-1NEN-EN 1994-1-1+C1:2011/NB:2012 (nl)
Eurocode 4: Ontwerp en berekening van staal-betonconstructies – Deel 1-2: Algemene regels – Ontwerp en berekening van constructies bij brand (inclusief wijzigingsblad A1:2014)NEN-EN 1994-1-2+C1:2011 (nl) inclusief A1:2014 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1994-1-2NEN-EN 1994-1-2:2005/NB:2007 (nl)
Eurocode 4: Ontwerp en berekening van staal-betonconstructies – Deel 2: Algemene regels en regels voor bruggenNEN-EN 1994-2+C1:2011 (nl)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1994-2NEN-EN 1994-2+C1:2011/NB:2011 (nl)
Eurocode 7: Geotechnisch ontwerp – Deel 2: Grondonderzoek en beproeving (inclusief correctieblad C1:2010)NEN-EN 1997-2:2007 (en) inclusief C1:2010 (en)
Nationale bijlage bij NEN-EN 1997-2NEN-EN 1997-2:2007/NB:2011 (en)
Eurocode 8: Ontwerp en berekening van aardbevingsbestendige constructies - Deel 1: Algemene regels, seismische belastingen en regels voor gebouwen (inclusief correctieblad C1:2009 en wijzigingsblad A1:2013)NEN-EN 1998-1:2005 (en) inclusief C1:2009 (en)inclusief A1:2013 (en)
Eurocode 8: Ontwerp en berekening van aardbevingsbestendige constructies - Deel 2: Bruggen (inclusief correctieblad C1:2010 en wijzigingsbladen A1:2009 en A2:2011)NEN-EN 1998-2:2006 (en) inclusief A1:2009 (en) inclusief C1:2010 (en) inclusief A2:2011 (en)
Eurocode 8: Ontwerp en berekening van aardbevingsbestendige constructies - Deel 5: Funderingen, grondkerende constructies en geotechnische aspectenNEN-EN 1998-5:2005 (en)


Tabel 2-4: Overige normen

TitelVersie : jaar (taal)
Eisen aan het installeren van voorspansystemen voor voorgespannen constructies en kwalificering van het gespecialiseerde bedrijf en het personeelCWA 14646:2003 (en)
Fugenbänder aus thermoplastischen Kunststoffen zur Abdichtung von Fugen in Beton - Teil 1: Begriffe, Formen, Maße, KennzeichnungDIN 18541-1:2014 (du)
Fugenbänder aus thermoplastischen Kunststoffen zur Abdichtung von Fugen in Beton - Teil 2: Anforderungen an die Werkstoffe, Prüfung und ÜberwachungDIN 18541-2:2014 (du)
VoorspanstaalNEN 3868:2001 (nl)
Het industrieel aanbrengen van organische deklagen op thermisch verzinkte of gesherardiseerde producten (duplex-systeem)NEN 5254:2003 (nl)
Bepaling van de druksterkte-ontwikkeling van jong beton op basis van de gewogen rijpheidNEN 5970:2001 (nl)
BetonstaalNEN 6008:2008+A1:2020 (nl)
Voorschriften voor het ontwerp van beweegbare delen van kunstwerken - Deel 1: Beweegbare bruggen (VOBB)NEN 6786-1:2017+C1:2021 (nl)
Het ontwerpen van beweegbare bruggen - VeiligheidNEN 6787:2003 (nl)
Waterkerende dilatatievoegstroken en al of niet waterkerende oplegstroken van rubberNEN 7030:1975 (nl)
NEN 8670 Aanvullende voorschriften bij NEN-EN 13670: Het vervaardigen van betonconstructiesNEN 8670:2021 (nl)
Warmgewalste producten van constructiestaal - Deel 1: Algemene technische leveringsvoorwaardenNEN-EN 10025-1:2004 (nl)
Warmgewalste producten van constructiestaal - Deel 2: Technische leveringsvoorwaarden voor ongelegeerd constructiestaalNEN-EN 10025-2:2019 (en)
Warmgewalste producten van constructiestaal - Deel 3: Technische leveringsvoorwaarden voor normaalgegloeid/ normaliserend gewalst fijnkorrelig constructiesNEN-EN 10025-3:2019 (en)
Lassen - Aanbevelingen voor het lassen van metalen - Deel 2: Booglassen van ferritische staalsoortenNEN-EN 1011-2:2001
Ultrasoon onderzoek van platte producten van staal met een dikte gelijk aan of groter dan 6 mm (reflectiemethode)NEN-EN 10160:1999 (nl)
Producten van staal met verbeterde vervormingseigenschappen loodrecht op het productoppervlak - Technische leveringsvoorwaardenNEN-EN 10164:2004 (nl)
Producten van metaal – Soorten keuringsdocumentenNEN-EN 10204:2004 (nl)
Warmvervaardigde buisprofielen voor constructiedoeleinden van ongelegeerd en fijnkorrelig staalsoorten - Deel 1: Technische leveringsvoorwaardenNEN-EN 10210-1:2006 nl
Koudvervaardigde gelaste buisprofielen voor constructiedoeleinden van ongelegeerd en fijnkorrelig staal - Deel 1: Technische leveringsvoorwaardenNEN-EN 10219-1:2006 (nl)
Niet-destructief onderzoek van smeedstukken van staal – Deel 1: Magnetisch onderzoekNEN-EN 10228-1:2016 (en)
Niet-destructief onderzoek van smeedstukken van staal – Deel 2: PenetrantonderzoekNEN-EN 10228-2:2016 (en)
Niet-destructief onderzoek van smeedstukken van staal – Deel 3: Ultrasoon onderzoek van smeedstukken van ferritisch en martensitisch staalNEN-EN 10228-3:2016 (en)
Vrij-smeedwerk van staal voor algemene constructiedoeleinden – Deel 1: Algemene eisenNEN-EN 10250-1:1999 (en)
Vrij-smeedwerk van staal voor algemene constructiedoeleinden – Deel 2: Ongelegeerd kwaliteits- en speciaalstaalNEN-EN 10250-2:1999 (en)
Vrij-smeedwerk van staal voor algemene constructiedoeleinden – Deel 3: Gelegeerd speciaalstaalNEN-EN 10250-3:1999 (en)
Niet-destructief onderzoek – Ultrasoon onderzoek van staven van staalNEN-EN 10308:2001 (en)
Gietstaal voor constructief gebruik (inclusief correctieblad C1:2008)NEN-EN 10340:2007 (en) inclusief C1:2008
Het vervaardigen van staal- en aluminiumconstructies – Deel 1: Eisen voor het vaststellen van de conformiteit van constructieve onderdelenNEN-EN 1090-1:2009+A1:2011 (nl)
Het vervaardigen van staal- en aluminiumconstructies – Deel 2: Technische eisen voor staalconstructieNEN-EN 1090-2:2018 (nl)
Beproeving van verhard beton – Deel 8: Indringdiepte van water onder drukNEN-EN 12390-8:2009 (en)
Gieterijtechniek – Ultrasoon onderzoek – Deel 1: Gietstukken van staal voor algemene doeleindenNEN-EN 12680-1:2003 (en)
Gieterijtechniek – Ultrasoon onderzoek – Deel 3: Gietstukken van nodulair gietijzerNEN-EN 12680-3:2011 (en)
Gieterijtechniek – Radiografisch onderzoekNEN-EN 12681:2003 (en)
Uitvoering van bijzonder geotechnisch werk – VerdringingspalenNEN-EN 12699:2015 (en)
Vooraf vervaardigde betonproducten – Heipalen (inclusief correctieblad C1: 2008)NEN-EN 12794:2005+A1:2007 (en) inclusief C1:2008
Afschermende constructies voor wegen - Deel 1: Terminologie en algemene criteria voor beproevingsmethodenNEN-EN 1317-1:2010 (en)
Afschermende constructies voor wegen - Deel 2: Prestatieklassen, botsproef-beoordelingscriteria en beproevingsmethoden voor vangrails en voertuiggeleidingNEN-EN 1317-2:2010 (en)
Afschermende constructies voor wegen – Deel 3: Prestatieklassen, beoordelingscriteria voor botsproeven en beproevingsmethoden voor obstakelbeveiligersNEN-EN 1317-3:2010 (en)
Afschermende constructies voor wegen - Deel 5: Producteisen en conformiteitsbeoordeling voor afschermende constructies voor wegvoertuigen (inclusief correctieblad C1:2012)NEN-EN 1317-5:2007+A2:2012 (en) inclusief C1:2012 (en)
Geotextiel en aan geotextiel verwante producten - Vereiste eigenschappen voor toepassing in grondwerken, funderingen en keermurenNEN-EN 13251:2016 (en)
Algemene bepalingen voor vooraf vervaardigde betonproductenNEN-EN 13369:2013 (en)
Het vervaardigen van betonconstructiesNEN-EN 13670:2009 (nl)
Gieterijtechniek – Magnetisch onderzoekNEN-EN 1369:2012 (en)
Gieterijtechniek – Penetrantonderzoek – Deel 1: Zand, met de zwaartekracht en onder lagedruk gegoten gietstukkenNEN-EN 1371-1: 2011 (en)
Gieterijtechniek – Penetrantonderzoek – Deel 2: PrecisiegietstukkenNEN-EN 1371-2:2015 (en)
Producten en systemen voor de bescherming en reparatie van betonconstructies – Definities, eisen, kwaliteitsborging en conformiteitsbeoordeling – Deel 1: DefinitiesNEN-EN 1504-1:2005 (en)
Producten en systemen voor de bescherming en reparatie van betonconstructies – Definities, eisen, kwaliteitsbeheersing en conformiteitsbeoordeling – Deel 2: Oppervlaktebeschermingssystemen voor betonNEN-EN 1504-2:2004 (en)
Producten en systemen voor de bescherming en reparatie van betonconstructies – Definities, eisen, kwaliteitsborging en conformiteitsbeoordeling – Deel 3: Constructieve en niet-constructieve reparatieNEN-EN 1504-3:2005 (en)
Producten en systemen voor de bescherming en reparatie van betonconstructies – Definities, eisen, kwaliteitsborging en conformiteitsbeoordeling – Deel 5: Injecteren van betonNEN-EN 1504-5:2013 (en)
Vooraf vervaardigde betonproducten – BrugelementenNEN-EN 15050:2007+A1:2012 (en)
Uitvoering van bijzonder geotechnisch werk - GrondankersNEN-EN 1537:2013 (en)
Gieterijtechniek – Nodulair gietijzerNEN-EN 1563: 2012 (en)
Beton - Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit + Nederlandse invulling van NEN-EN 206NEN-EN 206 + NEN 8005:2017 (nl)
Lichtmasten - Deel 1: Termen en definitiesNEN-EN 40-1:1994 (nl)
Lichtmasten - Deel 2: Algemene eisen en afmetingenNEN-EN 40-2:2004 (en)
Lichtmasten - Deel 3-1: Ontwerp en verificatie - Eisen voor de karakteristieke belastingenNEN-EN 40-3-1:2013 (en)
Lichtmasten - Deel 3-3: Ontwerp en verificatie – Verificatie door berekeningNEN-EN 40-3-3:2013 (en)
Lichtmasten - Deel 5: Eisen voor stalen lichtmastenNEN-EN 40-5:2002 (en)
Lichtmasten - Deel 6: Eisen voor aluminium lichtmastenNEN-EN 40-6:2002 (en)
Injectiemortel voor voorspankabels - BeproevingsmethodenNEN-EN 445:2007 (en)
Injectiemortel voor voorspankabels – Werkwijzen voor het injecterenNEN-EN 446:2007 (en)
Injectiemortel voor voorspankabels - BasiseisenNEN-EN 447:2007 (en)
Veiligheidsvoorschriften voor het vervaardigen en het aanbrengen van liften - Onderzoek en beproevingen – Deel 58: Beproeving van brandwerendheid van schachtdeurenNEN-EN 81-58:2003 (en)
Niet-destructief onderzoek van lassen - Aanvaardbaarheidsniveaus voor radiografische beproeving - Deel 1: Staal, nikkel, titanium en hun legeringenNEN-EN-ISO 10675-1:2016 (en)
Niet-destructief onderzoek van lassen – Ultrasoon onderzoek - Gebruik van time-of-flight diffractie techniek (TOFD)NEN-EN-ISO 10863:2011 (en)
Niet-destructief onderzoek van lassen – Ultrasoon onderzoek - AanvaardbaarheidsniveausNEN-EN-ISO 11666:2018 (nl)
Niet-destructief onderzoek – Industriële radiografische film – Deel 1: Classificatie van filmsystemen voor industriële radiografieNEN-EN-ISO 11699-1:2011 (en)
Paints and varnishes - Corrosion protection of steel structures by protective paint systems - Part 1: General introductionNEN-EN-ISO 12944-1:2018 (en)
Paints and varnishes - Corrosion protection of steel structures by protective paint systems - Part 2: Classification of environmentsNEN-EN-ISO 12944-2:2018 (en)
Paints and varnishes - Corrosion protection of steel structures by protective paint systems - Part 3: Design considerationsNEN-EN-ISO 12944-3:2018 (en)
Paints and varnishes - Corrosion protection of steel structures by protective paint systems - Part 4: Types of surface and surface preparationNEN-EN-ISO 12944-4:2018 (en)
Paints and varnishes - Corrosion protection of steel structures by protective paint systems - Part 5: Protective paint systemsNEN-EN-ISO 12944-5:2019 (en)
Paints and varnishes - Corrosion protection of steel structures by protective paint systems - Part 6: Laboratory performance test methodsNEN-EN-ISO 12944-6:2018 (en)
Paints and varnishes - Corrosion protection of steel structures by protective paint systems - Part 7: Execution and supervision of paint workNEN-EN-ISO 12944-7:2018 (en)
Paints and varnishes - Corrosion protection of steel structures by protective paint systems - Part 8: Development of specifications for new work and maintenanceNEN-EN-ISO 12944-8:2018 (en)
Door thermisch verzinken aangebrachte deklagen op ijzeren en stalen voorwerpen – Specificaties en beproevingsmethodenNEN-EN-ISO 1461:2009 (nl)
Lascoördinatie - Taken en verantwoordelijkhedenNEN-EN-ISO 14731:2019 (en)
Laspersoneel - Het kwalificeren van bedieners en lasinstellers voor het gemechaniseerd en automatisch lassen van metalenNEN-EN-ISO 14732:2013 (en)
Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen – Lasmethodebeschrijving – Deel 2: AutogeenlassenNEN-EN-ISO 15609-2:2019 (en)
Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen - Goedkeuring op basis van een lasproef voor aanvang van de productieNEN-EN-ISO 15613:2004 nl
Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen - Lasmethodebeproeving - Deel 1: Boog- en autogeenlassen van staal en booglassen van nikkel en nikkellegeringenNEN-EN-ISO 15614-1:2017 (en)inclusief A1:2019 (en)
Niet-destructief onderzoek van lassen - Time-of-flight diffractie techniek (TOFD) - AanvaardbaarheidsniveausNEN-EN-ISO 15626:2013 (en)
Niet-destructief onderzoek van lassen - Algemene regels voor metalenNEN-EN-ISO 17635:2017 (en)
Niet-destructief onderzoek van lassen - Radiografisch onderzoek - Deel 1: Röntgen- en gammastralingstechnieken met filmNEN-EN-ISO 17636-1:2013 (en)
Niet-destructief onderzoek van lassen - Ultrasoon onderzoek - Technieken, onderzoeksniveaus en beoordelingNEN-EN-ISO 17640:2017 (en)
Lassen – Richtlijnen voor kwaliteitseisen voor warmtebehandeling in verbinding met lassen en verwante processesNEN-EN-ISO 17663:2009 (en)
Niet-destructief onderzoek van lassen - Penetrantonderzoek van lassen - AanvaardbaarheidsniveausNEN-EN-ISO 23277:2015 (en)
Niet-destructief onderzoek van lassen - Magnetisch onderzoek van lassen - AanvaardbaarheidsniveausNEN-EN-ISO 23278:2015 (en)
Mechanische eigenschappen van bevestigingsartikelen van corrosievast staal - Deel 1: Bouten, schroeven en tapeindenNEN-EN-ISO 3506-1:2009 (en)
Mechanische eigenschappen van bevestigingsartikelen van corrosievast staal - Deel 2: MoerenNEN-EN-ISO 3506-2:2009 (en)
Kwaliteitseisen voor smeltlassen van metalen - Deel 1: Richtlijnen voor de selectie van het geschikte niveau van kwaliteitseisenNEN-EN-ISO 3834-1:2006 (nl)
Kwaliteitseisen voor smeltlassen van metalen - Deel 2: Uitgebreide kwaliteitseisenNEN-EN-ISO 3834-2:2006 (nl)
Kwaliteitseisen voor smeltlassen van metalen - Deel 3: Standaard kwaliteitseisenNEN-EN-ISO 3834-3:2006 (nl)
Kwaliteitseisen voor smeltlassen van metalen - Deel 4: Elementaire kwaliteitseisenNEN-EN-ISO 3834-4:2006 (nl)
Kwaliteitseisen voor smeltlassen van metalen - Deel 5: Documenten die nodig zijn om aanspraak te kunnen maken op overeenstemming met de kwaliteitseisen van ISO 3834-2, ISO 3834-3 of ISO 3834-4NEN-EN-ISO 3834-5:2015 (en)
Lassen en verwante processen - Termen voor processen en referentienummerNEN-EN-ISO 4063:2010 (en)
Lassen - Smeltlasverbindingen in staal, nikkel, titanium en hun legeringen (laserlassen en elektronenbundellassen uitgezonderd) - Kwaliteitsniveaus voor onvolkomendhedenNEN-EN-ISO 5817:2014 (en)
Staal – Microscopische bepaling van de schijnbare korrelgrootteNEN-EN-ISO 643:2013 (en)
Geometrische Productspecificaties (GPS) - Toleranties op afmetingen en geometrie voor in een matrijs of gietvorm vervaardigde producten - Deel 3: Algemene toleranties op afmetingen en geometrie en bewerkingstoeslagen voor gietstukkenNEN-EN-ISO 8062-3:2007 (en) inclusief C1:2009 (en)
Voorbehandeling van staal voor het aanbrengen van verven en aanverwante producten - Visuele beoordeling van oppervlaktereinheid - Deel 2: Voorbehandeling voor voorheen bekleed staal en van staal na verwijdering van voorgaande deklagenNEN-EN-ISO 8501-2:2001 (en)
Voorbehandeling van staal voor het aanbrengen van verven en aanverwante producten - Visuele beoordeling van oppervlaktereinheid - Deel 3: Reinheidsgraden van lassen, zaagsneden en andere gebieden met oppervlakteonvolkomenhedenNEN-EN-ISO 8501-3:2007 (en)
Mechanische eigenschappen van bevestigingsartikelen van koolstofstaal en gelegeerd staal - Deel 1: Bouten, schroeven en tapeinden met gespecificeerde eigenschapsklassen - Ruwe schroefdraad en metrische fijne schroefdraadNEN-EN-ISO 898-1:2013 (en)
Microstructuur van gietijzer – Deel 1: Grafietclassificatie door visuele analyse (inclusief correctieblad C1:2010)NEN-EN-ISO 945-1:2008 (en) inclusief C1:2010 (en)
Het kwalificeren van lassers - Smeltlassen - Deel 1: StaalNEN-EN-ISO 9606-1:2017 (en)
Niet-destructief onderzoek - Kwalificatie en certificatie van NDO-personeelNEN-EN-ISO 9712:2012 (nl)
Algemene criteria voor het functioneren van verschillende soorten instellingen die keuringen uitvoerenNEN-EN-ISO/IEC 17020:2012 (en)
Verven en vernissen - Corrosiebescherming van staalconstructies door beschermende verfsystemen - Meetmethode en aanvaardingscriteria voor de droge laagdikte op ruwe oppervlakkenNEN-ISO 19840:2012 (en)
Lasverbindingen met betonstaal en stalen strippenNPR 2053:2012 (nl)
Road restraint system - Pedestrian restraint system - Pedestrian parapetsNPR-CEN/TR 16949:2016 (en)
Curing compounds – Beproevingsmethoden – Deel 1: Bepaling van de efficiëntie van de waterretentie van standaard curing compoundsNPR-CEN/TS 14754-1:2007 (en)
Corrosie van stalen elementen in de ondergrond (concept versie aanhouden totdat NEN definitieve versie publiceert)NPR-concept - 10 april 2021
Afschermende constructies voor wegen - Deel 4: Prestatieklassen, aanvaardingscriteria voor botsproeven en beproevingsmethoden voor begin- en eindconstructies en overgangsconstructies van geleiderailNVN-ENV 1317-4:2001 (en)
UIT 83: Protocollen voor het toepassen van kunststof geomembranen voor bodembescherming en gas- en vloeistofbarrièrelagen - Deel I: MaterialenUIT 83:2018 nl
UIT 84: Protocollen voor het toepassen van kunststof geomembranen voor bodembescherming en gas- en vloeistofbarrièrelagen − Deel II: Aanleg en acceptatieUIT 84:2018 nl
UIT 85: Protocollen voor het toepassen van kunststof geomembranen voor bodembescherming en gas- en vloeistofbarrièrelagen − Deel III: LasaanbevelingenUIT 85:2018 nl


CUR aanbevelingen en rapporten[bewerken]

Tabel 2-5: CUR aanbevelingen en rapporten

TitelVersie (jaar)
GCW 2012 - Richtlijnen geluidbeperkende constructies langs wegenCROW publicatie 298 (2012)
Vezelversterkte kunststoffen in bouwkundige en civieltechnische draagconstructiesCROW-CUR Aanbeveling 96:2019
Damwandconstructies (6 druk, deel 1+2) inclusief Errata (2014)eCUR Rapport 166 (2012)
Kerende constructies van gewapende grond.CUR Rapport 198 (2017)
Bearing capacity of steel pipe piles (with Addendum in Dutch)CUR Rapport 2001-8 (2001)
Bepaling geotechnische parametersCUR Rapport 2003-7 (2003)
Veiligheid van hulpconstructies voor het realiseren van betonwerkCUR Rapport 2006-1 (2006)
Van onzekerheid naar betrouwbaarheid, handreiking voor geotechnisch ontwerpersCUR Rapport 2008-2 (2008)
Quay Walls-Second Edtion (Handboek kademuren) inclusief Errata (2013)CUR Rapport 211E (2013)
Schoonbeton. Specificatie, uitvoering en beoordeling van betonoppervlakken waaraan esthetische eisen worden gesteld (tweede, herziene uitgave)CUR-Aanbeveling 100 (2013)
Toezicht op de realisatie van paalfunderingenCUR-Aanbeveling 114 (2009)
Ontwerpen en vervaardigen van betonconstructies met gebruikmaking van de doorgaande sterkteontwikkeling van betonCUR-Aanbeveling 122:2018
Voorspanstaal en voorspanelementen, bescherming en verwerkingCUR-Aanbeveling 2 (1983)
Krimparme cementgebonden mortelsCUR-Aanbeveling 24 (1991)
Procedures, criteria en beproevingsmethoden voor de toetsing van de geschiktheid van nieuwe cementen voor toepassing in beton en voor de gelijkwaardige prestatie van beton met vulstoffenCUR-Aanbeveling 48 (2010)
Vijzelen en Schuiven; Constructieve eisen en bepalingsmethoden (tweede, herziene uitgave)CUR-Aanbeveling 68 (2012)
Rekenregels voor diepwanden (tweede, herziene uitgave)CUR-Aanbeveling 76 (2014)
Rekenregels voor ongewapende onderwaterbetonvloeren (tweede, herziene uitgave)CUR-Aanbeveling 77 (2014)
Vijzelen en Schuiven; UitvoerenCUR-Aanbeveling 81 (2001)
Cement-bentoniet wandenCUR-Aanbeveling 84 (2002)
Maatregelen ter voorkoming van betonschade door alkali-silicareactie (ASR)CUR-Aanbeveling 89:2017 (Derde
herziene uitgave)
AnkerpalenCUR-publicatie 236 (2017) (Tweede
herziene versie)
Handboek Folieconstructies. Voor verdiept aangelegde infrastructuurCUR/COB Rapport 221 (2015)
Handboek diepwanden – Ontwerp en uitvoering, inclusief Errata (2012)CUR/COB Rapport 231 (2010)
Handreiking Observational MethodSBRCURnet Publicatie 679.15 (2015)
Paal-plaat funderingen; OntwerppraktijkSBRCURnet publicatie CRW C1007 (2017)

CROW richtlijnen[bewerken]

Tabel 2-6: CROW richtlijnen


Eigen RWS richtlijnen[bewerken]

De eigen richtlijnen van RWS zijn op de volgende website te downloaden:

https://www.rijkswaterstaat.nl/zakelijk/werken-aan-infrastructuur/bouwrichtlijnen-infrastructuur/


Tabel 2-7: Eigen RWS richtlijnen

TitelVersie
AOA Begrippen- en Definitielijst (ABDL)3.13
Eisen thermische spuitlagen: Technische leveringsvoorwaarden voor thermisch gespoten deklagen voor het beschermen van het onderliggende staal tegen corrosie. RTD 1026 is in ontwikkeling. NBD10300 is van toepassing tot het gereedkomen van RTD 1026.NBD10300 (2010)
Richtlijn ontwerp autosnelweg (ROA): Veilige Inrichting van BermenROA-VIB 2017
RTD 1002: Hydrofoberen van beton, Aanvullende eisen ten aanzien van NEN-EN 1504-2RTD 1002 (2016)
versie 3
RTD 1004: Resultaatsbeschrijvingen ontwerpdocumenten kunstwerken (berekeningen en tekeningen)RTD 1004 (2020)
versie 1.0
RTD 1007-2: Eisen voor voegovergangenRTD 1007-2 (2014)
versie 3.0
RTD 1007-3: Geluideisen voegovergangenRTD 1007-3 (2013)
versie 1.0
RTD 1007-4: Richtlijnen voor flexibele voegovergangsconstructiesversie 2.0
RTD 1007-4 (2020)
RTD 1008: Richtlijn Hemelwaterafvoer voor bruggen en viaductenRTD 1008 (2017)
versie 1.0
RTD 1009: Richtlijn voor het ontwerp van asfalt wegverhardingen op betonnen en stalen brugdekkenRTD 1009 (2020)
versie 2.0
RTD 1010: Standaarddetails voor betonnen bruggenversie 2.0
RTD 1010 (2019)
RTD 1011: Eisen stootplatenRTD 1011 (2014)
versie 1.0
RTD 1012: Eisen voor brugopleggingenRTD 1012 (2017)
RTD 1014: Generieke eisen elektrotechnische installatiesRTD 1014 (2012)
versie 3.0
RTD 1015: Eisen voor kunststofslijtlagenRTD 1015 (2014)
versie 1.1
RTD 1018: Eisen Handelsproducten; Handelsproducten zoals toegepast in werktuigkundige installaties van kunstwerkenRTD 1018 (2014)
versie 2.0
RTD 1019: Eisen tandwielkasten, open overbrengingen en boogtandkoppelingenRTD 1019 (2014)
versie 2.0
RTD 1020: Eisen staalkabels: leveringsvoorwaarden, kwaliteitseisen en keuringseisen voor staalkabelsRTD 1020 (2014)
versie 2.0
RTD 1022: Richtlijnen veiligheidsschermenRTD 1022 (2015)
versie 1.0
RTD 1023: Buigslappe voegenRTD 1023 (2017)
versie 1.2
RTD 1025: Eisen voor hydraulische installatiesRTD 1025 (2018)
versie 1.0
RTD 1026: Eisen Technische Deklagen (nog niet beschikbaar)RTD 1026
RTD 1027: Eisen glijdend belaste kunststoffen: kunststoffen die glijdend of slijtend worden belastRTD 1027 (2021)
versie 2.0
RTD 1029: Eisen aan kathodische bescherming voor waterbouwkundige staalconstructiesRTD 1029 (2020)
versie 1.2
RTD 1030: Richtlijn brandwerende constructiesversie 3.0
RTD 1030 (2020)
RTD 1031: Eisen conservering stalen en aluminium onderdelen van betonnen kunstwerkenversie 1.0
RTD 1031 (2020)
Verkeerskundige DraagConstructies (VDC’s), Beschrijving standaard RWS VDC’s, inclusief NBD0002, NBD000003, NBD10000, NBD16343VDC 2011-001
versie 2.0 d.d. 22-03-2012
Basisspecificatie TTI RWS TunnelsysteemVersie 1.2 SP2 B3 (2021)
Componentspecificatie Voertuigkeringen: Eisen VoertuigkeringVersie 1.3 (2019)
Specificaties kerende constructies van gewapende grondVersie 2.0 (2021)
Vaarwegen in NederlandViN 2013
editie februari 2013

Overige richtlijnen en documenten[bewerken]

TitelVersie (jaar)Verkrijgbaar bij
Werkwijzer Ontwerpen Waterkerende Kunstwerken – Ontwerpverificaties voor de hoogwatersituatieWOWK
2018
Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de wegADR 2019beschikbaar via www.rijksoverheid.nl/documenten
Beoordelingsrichtlijn 0501 – BetonstaalBRL 0501:2010+WB:2018www.komo.nl
Beoordelingsrichtlijn 0503 – Buig- en vlechtwerk en gehechtlaste (prefab) wapeningsconstructiesBRL 0503:2012+WB:2018
Beoordelingsrichtlijn 0504 – Mechanische verbindingen van betonstaalBRL 0504:2012+WB:2018
Beoordelingsrichtlijn 0506 – Stekken- en doorkoppelbakkenBRL 0506:2017
Beoordelingsrichtlijn 0509 – Aanbrengen van constructieve ankers in verhard betonBRL 0509 (2009)
Beoordelingsrichtlijn 0512 – Krachtlas-verbindingen met betonstaal en stalen strippenBRL 0512:2007+WB:2018
Beoordelingsrichtlijn 1801 – BetonmortelBRL 1801 (2016)
Beoordelingsrichtlijn 1802 - Vulstof/cementbetonBRL 1802 (2016)
Beoordelingsrichtlijn 2401 – VoorspanstaalBRL 2401 (2018)
Beoordelingsrichtlijn 2817 – Cementgebonden afstandhouders (inclusief wijzigingsblad 2016)BRL 2817:2012+WB:2016
Voorschrift NS CTO 3L10314254 d.d. 840807CTO 3L10314254 (1984)voorschrift meting oppervlaktehardheid verzinkte voorspanbouten
Systems for post-installed rebar connections with mortarEAD 330087-00-0601
Metal Anchors for Use in Concrete, Part 1, 2, 3, 4 and 5EAD 330232-00-0601 (2016)www.eota.be
EOTA Technical Report 048. Details of tests for post-installed fasteners in concrete.EOTA TR 048:2016-08www.eota.eu
Acceptance of stay cable systems using prestressing steels.FIB Bulletin 89 (2019)www.fib-international.org
Landelijke Tunnel StandaardLTS 1.2 SP2 B3 (2021)www.rijkswaterstaat.nl
Eisen thermisch gespoten deklagen: EisendeelOGOS-500-TRL (2021)OGOS
Leidraad waterkerende kunstwerken in regionale keringenORK 2011-15
OntwerpVoorSchrift 00030 “Kunstwerken - Deel 6, Aanvullingen en wijzigingen op NEN-EN normen”, versie 005 (2018), ProrailOVS00030-6 (2018)Prorail
Ontwerp van Schutsluizen, R.C.A. Beem, A. Glerum, P.L. Spits, Bouwdienst RWSOntwerp van Schutsluizen (2000)RWS
Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, tot wijziging van Richtlijn 2009/100/EG en tot intrekking van Richtlijn 2006/87/EGRichtlijn (EU) 2016/1629 (2016)
TAW Leidraad Kunstwerken mei 2003, Technische Adviescommissie voor de WaterkeringenTAW Leidraad (2003)RWS/ENW
Krachten op puntdeuren en enkele draaideuren, A. Vrijburcht, Waterloopkundig LaboratoriumWL Rapport Q1442 (1994)Deltares

Onderzoeksrapporten en literatuur[bewerken]

TitelAuteurJaar
A seismic zoning map conforming to Eurocode 8, and practical earthquake parameter relations for the NetherlandsTh. de Crook, Geologie en Mijnbouw1975
Aanvaarbelasting door schepen op starre constructiesN.D. Joustra, R.P.N. Pater (TU Delft)1993
Afstemming Leidraad Kunstwerken en Eurocode, Activiteit 1: Belastingfactoren bij maatgevende waterstanden 1204875-002-GEO-0008 (zie ROK bijlagedocumenten)Deltares2012
Betoniek 12-15, De perfecte stortnaadBetoniek2002
Betoniek 14-05, De stukken erafBetoniek2007
CIRIA C660, Early age thermal crack control in concreteBamforth, P.B.2007
CIRIA C683, The Rock Manual, The use of rock in hydraulic engineering (2nd edition)CIRIA, CUR, CETMEF2007
Cement 1998 /3, pag. 22-29, Zeetransport Piet Heintunnel leidt tot behoud voorspanning in de gebruiksfase (I)J. van Bokkem, J.C.W.M. de Wit, L. Franken en J. Wens1998
Cement 2008/4, pag. 69-73, Invloed nabehandeling op poriestructuur van betonW.J. Bouwmeester – van den Bos, E. Schlangen2008
Cement 2011/2, pag. 76 t/m 80, Levensduur betonprof. dr. R. Polder, dr. ir. G. van der Wegen, prof. dr. ir. K. van Breugel2011
Development in anchor technology and anchor penetration in seabedLuger, D. (Geodelft)2006
Efectis Nederland report 2020-Efectis-R0695 “Fire testing procedure for concrete tunnel linings”Efectis Nederland
https://efectis.com/app/uploads/2020/09/Efectis_R0695_2020
_Fire_Testing_procedure_concrete_tunnel_linings.pdf
2020
Extreme-neerslagcurven voor de 21 eeuw, Vaststelling van de voor ontwerptoepassingen maatgevende, extreme-neerslagcurveneMeteoconsult2006
Handboek Tunnelbouw – Civieltechnisch ontwerp en realisatie van tunnelsCentrum Ondergrond Bouwen www.handboektunnelbouw.nl2014
Heron volume 31, No.4, Plastic Design of Buried Steel Pipelines in Settlement Areas,A.M. Gresnigt1986
Injectie van een rubbermetalen voegstrook; Numeriek onderzoek naar de effecten van injectie bij verschillende wapeningsconfiguratiesC. van der Vliet, Rijkswaterstaat Bouwdienst2006
Load Regulations for Road Bridges, IABSE Colloquium on ship collision with bridges and offshore structuresNordic Road Engineering Federation1975
Merkblatt 866 Nichtrostender Beronstahl, 1. Auflage 2011Informationsstelle Edelstahl Rostfrei2011
Onderzoek naar toepassing van zeer open asfaltbeton (ZOAB) in verkeerstunnels, PML 1990-C52Prins Maurits Laboratorium TNO1990
Rapport VAL 99-18 “Onderzoek vallend scheepsanker op tunneldak”, definitief, versie 1D.W. Hemelop, Bouwdienst Rijkswaterstaat2000
Recommendations of the Committee for Waterfront Structures Harbours and Waterways EAU 2012, 11. AuflageArbeitsausschuss Ufereinfassungen der HTG e. V.2012
Sluiskolkwanden in Maasbracht en Born, Advies horizontale druk tegen sluiskolkwandenGeodelft2007
Stepbarrier, een stap naderBouwdienst Rijkwaterstaat1995
Structural Concrete, Vol. 4, no. 3, September 2003, The vibration resistance of young and early-age concreteA. Ansell, J. Silfwerbrand2003
Stubecorapport C04, Afstandhouders voor betonStubeco studiecel C041995
Stufib-rapport 19, Injecteren van voorspankanalen 2Stufib studiecel 172010
Stuvorapport 59, IJsbelastingen (discussienota)H.J. Dekker, A. van Heekeren, W. Stevelink, L.J.W.M. van den Vrande1976
TNO 2017 R10405: Detailcategorieën voor vermoeiing van klinknagelverbindingen en van orthotrope rijdekken met open verstijversTNO2017
TNO-rapport 99-CVB-R2136, Oriënterend onderzoek naar het koelend effect van grondwater op stalen damwandenTNO1999
Verlichting van tunnels en onderdoorgangenNSVV Werkgroep Tunnelverlichting2003

Van toepassing zijnde richtlijnen en hun rangorde[bewerken]

De in deze ROK genoemde Eurocode delen met bijbehorende Nationale Bijlagen (NB’s) zijn bindend van toepassing op alle zes kunstwerkcategorieën van Rijkswaterstaat, inclusief de normen waarnaar in de Eurocodes wordt doorverwezen en de in deze ROK genoemde aanvullingen op de Eurocodes. Ook bindend van toepassing zijn alle overige normen, richtlijnen en documenten die in deze ROK worden genoemd, inclusief de aanvullingen hierop. Alle in of via de hiervoor genoemde normen aangeroepen documenten zijn tevens bindend van toepassing.

Alle te ontwerpen kunstwerken moeten minimaal voldoen aan het bouwbesluit en de aanvullingen daarbovenop vanuit de ROK. Daar ten behoeve geldt bij een (onderlinge) tegenstrijdigheid de volgende rangorde:

  1. Eisen uit het contract
  2. ROK bepalingen
  3. Eigen RWS richtlijnen
  4. Eurocodes +NB's, NEN-normen, CUR- en CROW-documenten.

Bij tegenstrijdigheden tussen bindende documenten die vallen onder dezelfde rangorde, gaat het meest recente document boven het document van een vroegere datum.

Leeswijzer[bewerken]

Per eis worden aanvullingen gegeven op de bestaande normen. Indien een aanvulling direct van toepassing is op een artikel van een norm, dan is het betreffende artikelnummer boven de eistekst vermeld. In de overige gevallen zal boven de eistekst het onderwerp van de eis worden aangegeven. In de tabellen van eisteksten worden verder de volgende velden gebruikt, zie ook onderstaande voorbeeldtabel van een eis.

  • Eisnummer: Unieke codering van de eis (ROK-xxxx), die gebruikt kan worden voor (specifieke) verwijzingen. (Let op. Dit zijn automatisch gegenereerde nummers. Als eisen vervallen, dan vervalt ook het eisnummer. Nieuwe eisen krijgen een nieuw eisnummer. Hierdoor blijven de eisen ook in de toekomst traceerbaar. Dit maakt echter ook dat er geen eenduidige (oplopende) volgordelijkheid is in de eisen van de ROK.)
  • Eistekst: De eis waar aan moet worden voldaan.
  • Objecttype: Het kunstwerktype waar deze eis voor geldt. Standaard staat hier ‘kunstwerk’ en is deze eis generiek van toepassing. Als hier andere objecttypen staan is deze eis alleen geldig voor de aangegeven typen kunstwerken. Zie ook paragraaf 1.4 en 1.5.
  • Onderliggende eis: Als de eis zelf een (hoofd)eis is met onderliggende subeisen, dan is hier de betreffende relatie ingevuld.
  • Bovenliggende eis: Als de eis een subeis is van een andere (hoofd)eis, dan is hier de betreffende relatie ingevuld.
  • V&V methode: Verificatie en Validatie methode. Indien deze ingevuld is, moet de voorgeschreven methode worden gebruikt om aan te tonen dat aan de betreffende eis wordt voldaan.
  • V&V criterium: Verificatie en Validatie criterium. Indien deze ingevuld is, geldt het beschreven criterium voor de betreffende V&V methode.
  • Toelichting: Betreft een toelichting op de eistekst met als doel om te verduidelijken en mogelijke discussie/verwarring/veel voorkomende fouten (valkuilen) te voorkomen.

Eisnummer

Artikelnummer van een norm / onderwerp

Objecttype

Eistekst

(eistekst)

V&V methode

(Verificatie en validatie methode)

V&V criterium

(Verificatie en validatie methode)

Onderl. eis

Onderliggende eis(en), verwezen via eisnummer

Bovenl. eis

Bovenliggende eis, verwezen via eisnummer

Toelichting

(toelichting)

In de eistekst zelf kan gebruik gemaakt worden van de volgende termen:

  • Advies: een handreiking die niet bindend wordt opgelegd.
  • Verificatie: een methode om aan te tonen dat aan het Eurocode artikel wordt voldaan.

Toepassing voor bruggen[bewerken]

Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-0001A2.1 (1)-NEN-EN 1990Aan bruggen mogen geen leidingen voor transport van brandbare, explosieve of agressieve vloeistoffen of gassen worden bevestigd.Brug10
ROK-00887A2.1 (1)-NEN-EN 1990Opstallen onder bruggen moeten brandwerende voorzieningen bevatten.

De uiteindelijke beslissing voor het aanbrengen van een opstal onder een brug is aan de beheerder van het object.

Voorbeeld: betonnen bruggen moeten brandwerende voorzieningen bevatten om afspatten van beton van RWS-objecten bij brand te voorkomen.

Brug20
ROK-0002A2.1 (1)-NEN-EN 1990Voor vervangbare onderdelen als bijvoorbeeld opleggingen, voegovergangen en (geluid)schermen zijn in de ROK of in de betreffende RTD afwijkende ontwerplevensduren voorgeschreven.Brug30
ROK-0003A2.2.1-NEN-EN 1990In aanvulling op NEN-EN 1990 + NB geldt: (8) Voor bruggen waarover zowel wegverkeer als spoorwegverkeer wordt afgewikkeld moet voor de bruikbaarheidsgrenstoestand en uiterste grenstoestand worden uitgegaan van het gelijktijdig voorkomen van extreme wegverkeers- en spoorwegverkeersbelastingen. Bij de toetsing op vermoeiing moet met gelijktijdigheid van voorkomen van wegverkeers- en spoorwegverkeersbelastingen rekening zijn gehouden.Brug40
ROK-0004A2.3.2-NEN-EN 1990Aardbeving moet worden beschouwd voor bruggen (bekende bijzondere belasting). De aardbevingsbelasting bestaat uit een gebiedsafhankelijk horizontale versnelling en een verticale versnelling volgens de ROK bepalingen bij NEN-EN 1998-1 - ROK-0407. Alleen bruggen in gevolgklasse 3 hoeven op aardbevingen te worden ontworpen.Brug50
ROK-0005A2.4.1 (2)-NEN-EN 1990Voor bruikbaarheidseisen en –criteria wordt tevens verwezen naar A2.4.2(3).Brug60
ROK-0006A2.4.2 (3)-NEN-EN 1990Toetsing aan het profiel van vrije ruimte van de onderdoorgaande rijbaan of vaarweg moet worden uitgevoerd uitgaande van de frequente waarde van de verkeersbelasting. Windbelasting en thermische belastingen hoeven voor die toets niet te worden beschouwd. Eventuele tijdsafhankelijke vervormingen (beton) moeten in rekening worden gebracht.

Bij betonnen bruggen voor wegverkeer moet in verband met het voorkomen van trillingshinder de elastische doorbuiging ten gevolg van de frequente waarde van de verkeersbelasting voldoen aan:

Uel ≤ L / 1000 voor L ≤ 3 m
Uel ≤ L / 300 voor L > 10 m

Voor een overspanning van 3 m < L ≤ 10 m moet rechtlijnig worden geïnterpoleerd tussen beide eisen.

Voor trillingseisen bij voetgangersbruggen geldt NEN-EN 1990, A.2.4.3.

Brug70
ROK-0811A2.4.2 (3)-NEN-EN 1990In brugdekken mogen geen dilatatievoegen in langsrichting toegepast worden in de rijweg.

Met “langsrichting” wordt de rijrichting aangeduid.
Stortvoegen zijn toegestaan indien de delen niet t.o.v. elkaar kunnen bewegen.

Brug80
ROK-0007B.3.1-NEN-EN 1990Bruggen van Rijkswaterstaat moeten worden ingedeeld in gevolgklasse 3.De meeste wegen in het beheer van Rijkswaterstaat zijn hoofdwegen en de meeste vaarwegen in het beheer van Rijkswaterstaat zijn hoofdvaarwegen (zie de Nationale Omgevingsvisie voor een overzicht van de hoofdwegen en hoofdvaarwegen die bedoeld worden). Daarom is CC3 voorgeschreven. Voor bepaalde bruggen die niet in of over hoofdwegen of hoofdvaarwegen liggen is een indeling in CC3 te hoog, omdat de gevolgen voor bezwijken of het slecht functioneren beperkter zijn dan voor CC3 is aangegeven in tabel B1. Voor deze gevallen kan in het contract CC2 zijn voorgeschreven.Brug90

Toepassing voor tunnels[bewerken]

Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-00081.1 (1)-NEN-EN 1990Voor specifieke ontwerpaspecten in verband met tunnelveiligheid wordt verwezen naar de Landelijke Tunnelstandaard (LTS).

Sinds mei 2006 is in Nederland een wet- en regelgeving met betrekking tot tunnelveiligheid van kracht geworden, o.a. de Wet Aanvullende Regels Veiligheid Wegtunnels (Warvw), het Besluit Aanvullende Regels Veiligheid Wegtunnels (Barvw) en de Regeling Aanvullende Regels Veiligheid Wegtunnels (Rarvw).

Bij de aanleg- en onderhoudsprojecten van tunnels < 250m en overige “tunnelachtige objecten” van Rijkswaterstaat, die niet onder het regime van de Warvw en de Landelijke Tunnelstandaard (LTS) vallen, is het ‘Kader veiligheidsvoorzieningen verdiepte wegen, korte overkappingen en gedeeltelijk gesloten constructies, versie 1.2’ van toepassing.

Tunnel10
ROK-00091.4 (5)-NEN-EN 1990Advies:
Voor tunnels is het toegelaten om gebruik te maken van alternatieve ontwerp- en berekeningsregels, verschillend van de regels zoals in deze ROK gegeven zijn, op voorwaarde dat is aangetoond dat de alternatieve regels overeenstemmen met de van belang zijnde beginselen en ten minste gelijkwaardig zijn wat betreft de constructieve veiligheid, bruikbaarheid en duurzaamheid, die zou mogen worden verwacht bij gebruikmaking van de ROK.
Dit moet voor de start van het ontwerp afgestemd worden met de beheercommissie van de ROK (ROK-info@rws.nl).
Het hier geformuleerde gelijkwaardigheidsbeginsel is analoog aan hetgeen voor de
Eurocodes is vermeld in NEN-EN 1990, 1.4 (5). Het is hier expliciet aangehaald,
omdat bepalingen in de ROK voor tunnels grotendeels niet als zodanig zijn
opgenomen in de Eurocodes.
Tunnel20
ROK-00102.3 (1)-NEN-EN 1990Voor tunnels gelden ten minste de volgende ontwerplevensduren:
  • 100 jaar voor alle onderdelen van de hoofddraagconstructie;
  • 100 jaar voor alle niet vervangbare essentiële onderdelen;
  • 100 jaar voor hoofddraagconstructie dienstgebouwen;
  • 50 jaar voor vervangbare onderdelen van beton;
  • 25 jaar voor vervangbare onderdelen anders dan van beton.

Met “essentiële onderdelen” worden onderdelen bedoeld waardoor bij falen de constructieve veiligheid, gebruiksveiligheid of beschikbaarheid van de tunnel in gevaar kan komen. Een voorbeeld is een Omega-profiel bij afgezonken tunnels en aquaducten, omdat dit profiel de definitieve dichting gedurende de levensduur van de tunnel moet verzorgen. De ontwerpfilosofie hierbij is dat Gina en pneumatische profielen in ontwerptechnische zin slechts tijdelijk hoeven te functioneren, dat wil zeggen tot het aanbrengen en testen van de definitieve afdichting in de vorm van een Omega-profiel.

De eis voor vervangbare onderdelen van beton is hoger gesteld dan onderdelen anders dan van beton, omdat, ten opzichte van bijvoorbeeld staal, de eis van 50 jaar tegen relatief geringe kosten gerealiseerd kan worden.

Hittewerende en akoestische bekleding, inclusief bevestiging, wordt geacht een ontwerplevensduur van minimaal 25 jaar te bezitten.

Tunnel30
ROK-06322.3 (1)-NEN-EN 1990Het gestelde in NEN-EN 1992-1-1, 4.1 (5) is, in relatie tot de toepassing van corrosiebestendig materiaal, alleen van toepassing voor zover het essentiële onderdelen betreft.

Met “essentiële onderdelen” worden onderdelen bedoeld waardoor bij falen de constructieve veiligheid, gebruiksveiligheid of beschikbaarheid van de tunnel in gevaar kan komen. Zie ook ROK-0010.

In NEN-EN 1992-1-1, 4.1 (5), wordt vereist dat aan de buitenlucht blootgestelde metalen bevestigingsmiddelen die inspecteerbaar en vervangbaar zijn, moeten zijn voorzien van een beschermende bekleding. In andere gevallen behoren ze te bestaan uit een corrosiebestendig materiaal.

Tunnel40
ROK-0011A.1.3.1-NEN-EN 1990Voor de γ- en ξ-waarden moeten de waarden voor gebouwen worden aangehouden, zoals opgenomen in NEN-EN 1990/NB, A.1.3.1. In de onderliggende eisen zijn de waarden voor gevolgklasse 2 en 3 overgenomen met aanvullingen voor de belasting door (grond)water.

Voor de belastingsfactoren voor verkeersbelasting wordt verwezen naar NEN-EN 1990/NB, A.2.3.1.
Tunnel50
ROK-0633A.1.3.1-NEN-EN 1990Voor de belastingsfactoren voor gevolgklasse 2 en 3 wordt verwezen naar tabellen T0633-1 en T0633-2.Tunnel60
ROK-0635A.1.3.1-NEN-EN 1990De belasting door (grond)water moet in principe als blijvende belasting worden beschouwd. Voor vergelijking 6.10b geldt echter dat het variabele deel van de (grond)waterdruk, d.w.z. het verschil tussen de hoogste en de laagste waterstand, moet worden beschouwd als:
  1. veranderlijke belasting in het geval dat de variatie in (grond)waterstanden relatief goed bekend is, bijvoorbeeld uit historische peildata, en goed beheerst kan worden. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij kanalen en polders. De laagste (grond)waterstand moet worden beschouwd als een blijvende belasting;
  2. blijvende belasting in overige gevallen, bijvoorbeeld in het geval dat grote variaties kunnen optreden en waarbij de (grond)waterstanden moeilijk beheerst kunnen worden. In dat geval moet worden uitgegaan van een extreme (grond)waterstand welke een overschrijdingskans heeft van 3,9·10-3 of 1,3·10-3 voor respectievelijk gevolgklasse 2 en 3 gedurende de levensduur van de constructie, dat wil zeggen 3,9·10-5 respectievelijk 1,3·10-5 op jaarbasis bij een ontwerplevensduur van 100 jaar (als uitgegaan wordt voor in de tijd gelijk blijvende kansen). De belasting door het (grond)water wordt in dit geval dus volledig als blijvende belasting beschouwd, waarbij, in afwijking van de tabellen 4-1 en 4-2, bij verg. 6.10b voor gevolgklasse 2 een waarde γ Gj,sup = 1,10 mag worden aangehouden en voor gevolgklasse 3 een waarde γ Gj,sup = 1,15.

Indien de waterstand fysiek wordt beperkt, bijvoorbeeld doordat het water de tunnel instroomt of als een dijk overstroomt, mag de hoogste grondwaterstand worden afgetopt.

Voor laagfrequente metingen is de meestal gehanteerde definitie voor Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG) en Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG), gebaseerd op 2 metingen per maand (24 per jaar) in de periode van 1 april tot en met 31 maart (hydrologisch jaar) en gedurende een periode van ten minste 8 jaar, het gemiddelde van de 3 laagste respectievelijk hoogste metingen per jaar over de totale periode van 8 jaar.

Voor hoogfrequente metingen (b.v. 1 maal per uur) moet hierop een variatie worden aangebracht, waarbij de Representatieve Hoogste Grondwaterstand (RHG) en de Representatieve Laagste Grondwaterstand (RLG) als volgt kunnen worden bepaald: de RHG is de 90% grenswaarde van de meetreeks en de RLG de 10% grenswaarde van de meetreeks. De meetperiode moet minimaal 1 jaar bedragen; bij voorkeur meer.

In beide gevallen mogen gedurende de meetperiode geen ingrepen hebben plaats gevonden die de (grond)waterstanden wijzigen.

Omdat in de situatie onder punt 2 door middel van een statistische analyse extreme (grond)waterstanden vastgesteld worden met een zeer kleine overschrijdingskans, kan met een lagere belastingsfactor worden volstaan ten opzichte van de situatie onder punt 1, waarbij de (grond)waterstanden bijvoorbeeld alleen worden ontleend aan een beperkte reeks historische peildata.

De gegeven waarde voor γ Gj,sup is een ondergrenswaarde, bepaald door de noodzakelijke modelfactor γ Sd als onderdeel van γ Gj,sup ; zie verder ook NEN‑EN 1990, Tabel A.1.2(B), OPMERKING 4.

Tunnel70
ROK-0634A.1.3.1-NEN-EN 1990Bij de bepaling van de hoogste (grond)waterstand moet rekening worden gehouden met mogelijke trendwijzigingen gedurende de ontwerplevensduur van de constructie (bijvoorbeeld waterwinning, peilwijziging, wijziging peilbeheer van rivier/beek, wijziging waterstanden als gevolg van klimaatveranderingen). Hieraan moet, indien noodzakelijk, een hydrologisch en/of geohydrologisch model ten grondslag te liggen.Welke trendwijzigingen in rekening moeten worden gebracht, is afhankelijk van de lokale omstandigheden en moet in overleg met Rijkswaterstaat en bijvoorbeeld waterschappen worden vastgesteld. Opgemerkt wordt dat trendwijzigingen voor de bouwfase over het algemeen niet van belang zijn.Tunnel80
ROK-0012B.3.1-NEN-EN 1990Tunnels in en onder hoofdwegen en onder hoofdvaarwegen moeten worden ingedeeld in gevolgklasse 3.Tunnel90

Toepassing voor natte kunstwerken[bewerken]

Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.

SysteemeisEisnaamEistekstEis aan ObjecttypeSortering
ROK-0424Algemeen-NEN-EN 1990Natte kunstwerken moeten voldoen aan de eisen in NEN-EN 1990 + NB en de aanvullingen in de ROK. De constructie moet als een brug worden beschouwd.

Het verlangde constructieve veiligheidsniveau voor natte kunstwerken moet voldoen aan betrouwbaarheidsklasse RC 3 (gevolgklasse CC3), bij een referentieperiode van 100 jaar.

Overige bepalingen voor natte kunstwerken ten aanzien van NEN-EN 1990 zijn voor de overzichtelijkheid opgenomen bij de belastingen in paragraaf 5.10.
Nat kunstwerk1

Toepassing voor beweegbare bruggen[bewerken]

Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-0735Algemeen-NEN-EN 1990Beweegbare bruggen moeten voldoen aan NEN 6786 en NEN 6787Beweegbare brug2
ROK-0736Algemeen-NEN-EN 1990Beweegbare bruggen inclusief mechanische uitrustingen moeten worden ingedeeld in gevolgklasse 3 (CC3).Beweegbare brug3
ROK-0737Algemeen-NEN-EN 1990Voor de ontwerplevensduur van de mechanische uitrusting wordt verwezen naar NEN 6786.Beweegbare brug4

Toepassing voor geluidschermen[bewerken]

Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-0426Algemeen - NEN-EN 1990Voor geluidsschermen zijn alle eisen inclusief de constructieve eisen met betrekking tot grondslagen, belastingen, sterkte en enz. opgenomen in de GCW (Richtlijnen Geluidsbeperkende Constructies langs Wegen), e.e.a. met inbegrip van de grondslagen volgens NEN-EN 1990 + NB, de in rekening te brengen belastingen volgens de NEN-EN 1991-serie + NB’s en de materiaalgebonden toetsingnormen + NB’s. Voor stalen geluidsschermen is in de GCW voor de fabricage tevens de uitvoeringsklasse gedefinieerd. De GCW kan daarmee dienen als basisdocument wat voor het constructieve deel invulling geeft aan het gebruik van en de keuzes in de Eurocodes en NEN-EN 1090-2. De ROK (met name het NEN-EN 1090-2 deel in ROK paragraaf 7.20) moet, net als voor overige producten, worden gezien als nadere invulling van keuzes en (aanvullende) eisen.Geluidsscherm10
ROK-0013A.1.1 (1)-NEN-EN 1990Voor geluidsschermen op kunstwerken in- en over hoofdwegen en hoofdvaarwegen moeten een ontwerplevensduur van 50 jaar en gevolgklasse 3 worden aangehouden.Geluidsscherm20
ROK-00886A.1.1 (1)-NEN-EN 1990Voor geluidsschermen in de aardebaan langs hoofdwegen moeten een ontwerplevensduur van 50 jaar en gevolgklasse 2 worden aangehouden.

In de GCW, 4.1 is voor geluidsschermen in de aardebaan gevolgklasse 1 of 2 voorgeschreven, afhankelijk van de afstand tot de rijbaan. In de ROK is gekozen voor gevolgklasse 2 in verband met toekomstvastheid.

Geluidsscherm30

Toepassing voor verkeerskundige draagconstructies[bewerken]

Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.

SysteemeisEisnaamEistekstToelichtingEis aan ObjecttypeSortering
ROK-0014A.1.1 (1)-NEN-EN 1990Voor verkeerkundige draagconstructies moeten een ontwerplevensduur van 50 jaar en gevolgklasse 2 worden aangehouden.Verkeerskundige draagconstructie1
ROK-0427Algemeen-NEN-EN 1990Voor verkeerskundige draagconstructies (portalen en uithouders) wordt verwezen naar de documenten genoemd in tabel 2-7, eigen RWS Richtlijnen.In de inleiding van de componentspecificatie zijn de mogelijkheden beschreven ten aanzien van de keuze voor RWS-standaard VDC’s of een RWS akkoord bevonden alternatief (vermeld in de betreffende documenten).Verkeerskundige draagconstructie2

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 1 apr 2022 om 16:00.