ROK-0732
Id-5247d6b4-adf7-48ed-9407-4af47c185972 /
Eistekst
Materiaaleigenschappen
Als er geen specifieke gegevens voorhanden zijn, moeten tabel T0732-1 en tabel T0732-2 worden aangehouden.
Thermische randvoorwaarden
Storttemperatuur constructievloer
Winter 10 °C
Herfst/lente 17 °C
Zomer 26 °C
Omgevingstemperatuur
Winter gemiddeld 5 °C, amplitude 4 °C
Herfst/lente gemiddeld 12 °C, amplitude 6 °C
Zomer gemiddeld 21 °C, amplitude 5 °C
Grond- en grondwatertemperatuur en owb-vloer starttemperatuur
Winter 7 °C
Herfst/lente 12 °C
Zomer 16 °C
Er moet tevens een berekening worden gemaakt met een constante grondwatertemperatuur van 10 °C.
In de temperatuur- en spanningsberekeningen moet rekening worden gehouden met de temperatuurval na ontkisten. Tevens moet rekening worden gehouden met een plotselinge buitentemperatuur van -10 °C na:
- 100 dagen bij storten in de zomer
- 50 dagen bij storten in de herfst
- 3 dagen bij storten in de winter
- 200 dagen bij storten in de lente
De snelheid van daling naar -10 °C bedraagt 0,5 °C/uur. Wanneer (nog) niet bekend is wanneer de vloer wordt gestort, moet worden uitgegaan van de zomer.
Translatieverhindering
Ook wanneer tussen de onderwaterbeton en constructievloer een uitvullaag aanwezig is, moet de translatie volledig door de palen verhinderd worden geacht.
Toelichting
Afbeeldingen
Materiaaleigenschappen beton, grond en staal
[[]]Warmtegeleiding hout, Promatect-H en PUR isolatie
[[]]Bovenliggende eisen
Extra informatie
Links
Paragraaf ROK | NEN-EN 1992-1-1 |
---|---|
Brondocument |
Eurocode 2: Ontwerp en berekening van betonconstructies – Deel 1-1: Algemene regels en regels voor gebouwen |
Referentiedocumenten |
Nationale bijlage bij NEN-EN 1992-1-1 |
Objecttype |
Kunstwerk |
Thema |
Beton |
Periode |
Ontwerpfase |
De eigenschap “Voorkeurslabel” (als paginatype) met de invoerwaarde “MateriaaleigenschappenAls er geen specifieke gegevens voorhanden zijn, moeten tabel T0732-1 en tabel T0732-2 worden aangehouden.Thermische randvoorwaardenStorttemperatuur constructievloerWinter 10 °CHerfst/lente 17 °CZomer 26 °COmgevingstemperatuurWinter gemiddeld 5 °C, amplitude 4 °CHerfst/lente gemiddeld 12 °C, amplitude 6 °CZomer gemiddeld 21 °C, amplitude 5 °CGrond- en grondwatertemperatuur en owb-vloer starttemperatuurWinter 7 °CHerfst/lente 12 °CZomer 16 °CEr moet tevens een berekening worden gemaakt met een constante grondwatertemperatuur van 10 °C.In de temperatuur- en spanningsberekeningen moet rekening worden gehouden met de temperatuurval na ontkisten. Tevens moet rekening worden gehouden met een plotselinge buitentemperatuur van -10 °C na: 100 dagen bij storten in de zomer 50 dagen bij storten in de herfst 3 dagen bij storten in de winter 200 dagen bij storten in de lenteDe snelheid van daling naar -10 °C bedraagt 0,5 °C/uur. Wanneer (nog) niet bekend is wanneer de vloer wordt gestort, moet worden uitgegaan van de zomer.TranslatieverhinderingOok wanneer tussen de onderwaterbeton en constructievloer een uitvullaag aanwezig is, moet de translatie volledig door de palen verhinderd worden geacht.” bevat ongeldige tekens of is onvolledig en kan daarom onverwachte resultaten veroorzaken tijdens een opvraag- of annotatieproces.
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 17 aug 2021 om 10:09.