Eigenschap:Definitie (nl)

Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Deze datatypespecificatie wordt genegeerd; de specificatie uit de externe vocabulaire krijgt voorrang.
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Een begrip kan een formele definitie (Nederlangstalig) hebben. Deze wordt waar mogelijk overgenomen uit een officiële publicatie. (skos:definition)
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


Showing 100 pages using this property.
G
Geluidschermen – overige regels waarin Eurocode 2 niet voorziet  +
Civiel-bouwkundige constructie die onderdeel is van een weg met als doel de omgeving af te schermen tegen negatieve effecten van het gebruik van de weg.  +
Scherm langs wegen om het verkeerslawaai voor de omgeving te verminderen.  +
Geluidsschermen – overige regels waarin Eurocode 3 niet voorziet  +
Kunstwerk of installatie dat water transporteert door verpomping of op te schroeven.  +
Generieke eisen Electrotechnische installaties  +
Eurocode 7: Geotechnisch ontwerp van constructies  +
In deze norm zijn NEN-EN 1997-1:2005, NEN-EN 1997-1:2005/C1:2009 en NEN-EN 1997-1:2005/A1:2013 en de nationale bijlage samengevoegd tot één document.  +
De mate van welzijn van personen die een relatie hebben tot het systeem. <br />Tot het aspect gezondheid worden geen zaken gerekend die onder het aspect veiligheid/ arbeidsveiligheid vallen.  +
Deel 2: Grondonderzoek en beproeving  +
Eurocode 0: Grondslagen van het constructief ontwerp  +
H
Centrum Ondergrond Bouwen www.handboektunnelbouw.nl  +
Zie ook onder kunstwerknaam “Brug”. Brug waarvan het brugdek door kabels of staven is opgehangen aan een of meer draagkabels.  +
Natuurlijke of aangelegde veilige ligplaats voor schepen die beschutting biedt tegen wind en golven.  +
Zie ook onder “Beweegbare brug”. Beweegbare brug waarbij een brugdeel rechtstandig verticaal langs heftorens wordt bewogen.  +
Hemelwaterafvoer  +
Deel 2: Houten bruggen  +
I
Inleiding  +
Inspectie- en onderhoudsvoorzieningen  +
K
Afscheiding van land en water met als doel bescherming van de oever, door middel van bijvoorbeeld beschoeiing, metselwerk of beton. Een kade kan daarnaast ook de functie hebben om schepen aan te leggen.  +
Kunststoffen als constructiemateriaal  +
Civiel-bouwkundige constructie  +
Kunstwerksoorten en –benamingen  +
L
www.rijkswaterstaat.nl  +
Leeswijzer  +
Scherm langs wegen om de luchtkwaliteit van de omgeving te verbeteren.  +
M
Deel 1-10: Materiaaltaaiheid en eigenschappen in de dikterichting  +
Informationsstelle Edelstahl Rostfrei  +
N
NEN normen  +
Eisen voor uitvoering: NEN-EN 1090-1 Constructieve delen van staal en aluminium – Deel 1: Eisen voor conformiteitsbeoordeling van dragende delen  +
Eisen voor uitvoering: NEN-EN 1090-2 Het vervaardigen van staal- en aluminiumconstructies – Deel 2: Technische eisen voor staalconstructies  +
NEN-EN 13670 Vervaardiging van betonconstructies  +
NEN-EN 206 + NEN 8005 Beton – Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit  +
NVN-CEN/TS 1992-4 Ontwerp en berekening van bevestigingsmiddelen voor gebruik in beton  +
Civiel-bouwkundige constructie die onderdeel is van een vaarweg of waterweg met als doel regulering van de waterstanden, passage van schepen, hoogwaterbescherming, kruising van waterwegen of afvoer van water.  +
Deze nationale bijlage legt de keuzes vast uit de in NEN-EN 1990+A1+A1/C2:2019 gegeven mogelijkheden en legt de voor Nederland geldende waarden vast voor de nationaal bepaalde parameters. Eveneens zijn aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met de norm zelf.  +
In deze nationale bijlage zijn de keuzes vastgelegd uit de in NEN-EN 1991-1-1+C1+C11:2019 gegeven mogelijkheden en zijn de voor Nederland geldende waarden voor de nationaal bepaalde parameters vastgelegd. Hiermee kan worden aangetoond dat een bouwwerk het niveau van constructieve veiligheid bereikt zoals vereist in de Nederlandse bouwregelgeving. In de nationale bijlage zijn ook aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met de norm zelf. Dit kunnen normteksten zijn, maar ook informatieve teksten (bijvoorbeeld opmerkingen, toelichtingen). De nationale bijlage legt ook - voor gebruik in Nederland - de status (normatief of informatief) vast van de informatieve bijlagen die deel uitmaken van de norm zelf.  +
In deze nationale bijlage zijn de keuzes vastgelegd uit de in NEN-EN 1991-1-2+C1:2011 gegeven mogelijkheden en zijn de voor Nederland geldende waarden voor de nationaal bepaalde parameters vastgelegd. Hiermee kan worden aangetoond dat een bouwwerk het niveau van constructieve veiligheid bereikt zoals vereist in de Nederlandse Bouwregelgeving. In de nationale bijlage zijn ook aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met de norm zelf. Dit kunnen normteksten zijn, maar ook informatieve teksten (bijvoorbeeld opmerkingen, toelichtingen). De nationale bijlage legt ook - voor gebruik in Nederland - de status (normatief of informatief) vast van de informatieve bijlagen die deel uitmaken van de norm zelf.  +
In deze nationale bijlage zijn de keuzes vastgelegd uit de in NEN-EN 1991-1-3+C1:2015 gegeven mogelijkheden en zijn de voor Nederland geldende waarden voor de nationaal bepaalde parameters vastgelegd. Hiermee kan worden aangetoond dat een bouwwerk het niveau van constructieve veiligheid bereikt zoals vereist in de Nederlandse bouwregelgeving. In de nationale bijlage zijn ook aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met de norm zelf. Dit kunnen normteksten zijn, maar ook informatieve teksten (bijvoorbeeld opmerkingen, toelichtingen). De nationale bijlage legt ook - voor gebruik in Nederland - de status (normatief of informatief) vast van de informatieve bijlagen die deel uitmaken van de norm zelf.  +
Deze nationale bijlage legt de keuzes vast uit de in NEN-EN 1991-1-4+A1+C2:2011 gegeven mogelijkheden en legt de voor Nederland geldende waarden vast voor de nationaal bepaalde parameters.  +
In deze nationale bijlage zijn de keuzes vastgelegd uit de in NEN-EN 1991-1-5+C1:2011 gegeven mogelijkheden en zijn de voor Nederland geldende waarden voor de nationaal bepaalde parameters vastgelegd. Hiermee kan worden aangetoond dat een bouwwerk het niveau van constructieve veiligheid bereikt zoals vereist in de Nederlandse bouwregelgeving. In de nationale bijlage zijn ook aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met de norm zelf. Dit kunnen normteksten zijn, maar ook informatieve teksten (bijvoorbeeld opmerkingen, toelichtingen). De nationale bijlage legt ook - voor gebruik in Nederland - de status (normatief of informatief) vast van de informatieve bijlagen die deel uitmaken van de norm zelf.  +
This National Annex specifies the options in NEN-EN 1991-1-6:2005 and NEN-EN 1991-1-6:2005/C1:2008 and the values of the Nationally Determined Parameters for use in the Netherlands. It also includes complementary text which is non-conflicting with the standard itself.  +
In deze nationale bijlage zijn de keuzes vastgelegd uit de in NEN-EN 1991-1-7+C1+A1:2015 gegeven mogelijkheden en zijn de voor Nederland geldende waarden voor de nationaal bepaalde parameters vastgelegd. Hiermee kan worden aangetoond dat een bouwwerk het niveau van constructieve veiligheid bereikt zoals vereist in de Nederlandse bouwregelgeving. In de nationale bijlage zijn ook aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met de norm zelf. Dit kunnen normteksten zijn, maar ook informatieve teksten (bijvoorbeeld opmerkingen, toelichtingen). De nationale bijlage legt ook - voor gebruik in Nederland - de status (normatief of informatief) vast van de informatieve bijlagen die deel uitmaken van de norm zelf.  +
In deze nationale bijlage zijn de keuzes vastgelegd uit de in NEN-EN 1991-2+C1:2015 gegeven mogelijkheden en zijn de voor Nederland geldende waarden voor de nationaal bepaalde parameters vastgelegd. Hiermee kan worden aangetoond dat een bouwwerk het niveau van constructieve veiligheid bereikt zoals vereist in de Nederlandse bouwregelgeving. In de nationale bijlage zijn ook aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met de norm zelf. Dit kunnen normteksten zijn, maar ook informatieve teksten (bijvoorbeeld opmerkingen, toelichtingen). De nationale bijlage legt ook - voor gebruik in Nederland - de status (normatief of informatief) vast van de informatieve bijlagen die deel uitmaken van de norm zelf.  +
Dit is de nationale bijlage bij NEN-EN 1992-1-1+C2:2011.  +
Deze nationale bijlage legt de keuzes vast uit de in NEN-EN 1992-1-2+C1:2011 gegeven mogelijkheden en legt de voor Nederland geldende waarden vast voor de nationaal bepaalde parameters. Eveneens zijn aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met het normblad zelf.  +
In deze nationale bijlage zijn de keuzes vastgelegd uit de in NEN-EN 1992-2+C1:2011 gegeven mogelijkheden en zijn de voor Nederland geldende waarden voor de nationaal bepaalde parameters vastgelegd. Hiermee kan worden aangetoond dat een bouwwerk het niveau van constructieve veiligheid bereikt zoals vereist in de Nederlandse bouwregelgeving. In de nationale bijlage zijn eveneens aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met het normblad zelf. Dit kunnen normteksten zijn, maar ook informatieve teksten (bijvoorbeeld opmerkingen, toelichtingen). De nationale bijlage legt ook - voor gebruik in Nederland - de status (normatief of informatief) vast van de informatieve bijlagen die deel uitmaken van het normblad zelf  +
Deze nationale bijlage legt de keuzes vast uit de in NEN-EN 1992-3:2006 gegeven mogelijkheden en legt de voor Nederland geldende waarden vast voor de nationaal bepaalde parameters. Eveneens zijn aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met het normblad zelf.  +
NEN-EN 1993-1-1 gives basic design rules for steel structures with material thicknesses t ≥ 3 mm. It also gives supplementary provisions for the structural design of steel buildings. These supplementary provisions are indicated by the letter “B” after the paragraph number, thus ( )B.  +
NEN-EN 1993-1-2+C2:2011/NB:2014 legt de keuzes vast uit de in NEN-EN 1993-1-2+C2:2011 gegeven mogelijkheden en legt de voor Nederland geldende waarden vast voor de nationaal bepaalde parameters. Eveneens zijn aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met het normblad zelf.  +
This National Annex specifies the options in NEN-EN 1993-1-3:2006 including C3:2009 and the values of the Nationally Determined Parameters for use in the Netherlands. Herewith it can be demonstrated that a construction work achieves the level of structural safety as required by Dutch building regulations. The National Annex also includes complementary text which is non-conflicting with the standard itself. This complementary text may be of normative nature, but also of informative nature (e.g. notes). Also decisions on the application (normative or informative) in the Netherlands of the informative Annexes to the standard itself are specified in the National Annex. The standard itself (and any amendment) lists the clauses where national choices may have to be made. If, at a later stage, Amendments or Corrigenda to the standard are published that contain further clauses (or amend existing clauses) with Nationally Determined Parameters, the current National Annex will then be amended to cover also these clauses. The system of the Eurocodes has not been developed for any specific European country. Nevertheless with these standards it can be demonstrated that a construction work achieves the level of structural safety as required by the building regulations, the possibilities for national choice having been detailed in the National Annexes. This National Annex and the standard itself are to be used within the system of the Eurocodes only, and shall not be used in conjunction with the series Technical Principles for Building Constructions - TGB 1990. The latter series has otherwise not been maintained since 1 April 2010. This National Annex is applicable in the Netherlands only.  +
This National Annex specifies the options in NEN-EN 1993-1-4:2006 and the values of the Nationally Determined Parameters for use in the Netherlands. It also includes complementary text which is non-conflicting with the standard itself.  +
Deze nationale bijlage legt de keuzes vast uit de in NEN-EN 1993-1-5:2006 gegeven mogelijkheden en legt de voor Nederland geldende waarden vast voor de nationaal bepaalde parameters.Eveneens zijn aanvullende teksten opgenomen die niet strijdig zijn met het normblad zelf.De nationale bijlage legt ook - voor gebruik in Nederland (inclusief de BES-eilanden) - de status (normatief of informatief) vast van de informatieve bijlagen die deel uitmaken van het normblad zelf.  +
Natte kunstwerken en mechanische uitrustingen – overige regels waarin Eurocode 3 niet voorziet  +
Natte kunstwerken – overige regels waarin Eurocode 2 niet voorziet  +
O
De mate van hinder die het systeem of het gebruik van het systeem oplevert voor zijn omgeving (denk bv aan stof, geluid, trillingen en stank).  +
Kruising van (spoor)wegen waarbij de onderdoorgaande (spoor)weg ligt onder maaiveldniveau.  +
De waarschijnlijkheid dat onderhoud kan worden uitgevoerd binnen de hiervoor vastgestelde tijden onder gegeven omstandigheden. <br />Met onderhoud wordt hier bedoeld: Activiteiten die worden uitgevoerd met het doel de functies van een systeem gedurende de gebruiksduur op het vereiste kwaliteitsniveau in stand te houden.  +
Onderzoeksrapporten en literatuur  +
Eurocode 2: Ontwerp en berekening betonconstructies  +
Eurocode 8: Ontwerp en berekening van aardbevingsbestendige constructies  +
Eurocode 5: Ontwerp en berekening van houtconstructies  +
Deel 1-11: Ontwerp en berekening van op trek belaste componenten  +
Eurocode 4: Ontwerp en berekening van staal-betonconstructies  +
Eurocode 3: Ontwerp en berekening van staalconstructies (en mechanische uitrustingen, inclusief fabricage en uitvoering)  +
Deel 1-8: Ontwerp en berekening van verbindingen  +
Open bakconstructie welke onder maaiveld ligt.  +
Zie ook onder “Beweegbare brug”. Beweegbare brug waarbij het val over de volle breedte draaiend om horizontale assen opengaat met behulp van de balans met contragewicht, die is opgelegd op de hameistijlen of hameipoort en met het val is verbonden door hangstaven.  +
Constructie, bedoeld om alleen matrix signaalgevers, dus geen bewegwijzering, op te hangen aan kunstwerken.  +
Overgangsconstructies voor bruggen  +
Overige materialen waar geen Eurocodes voor zijn  +
Overige ontwerprichtlijnen voor kunstwerken  +
Overige richtlijnen en documenten  +
In de grond of aardebaan aangebrachte plaatconstructie ter bescherming van leidingen.  +
Overzicht normatieve verwijzingen  +
P
Deel 5: Palen en damwanden  +
Een kolom (staander) in elke berm, met daarop of daartussen een ligger.  +
R
Aan bruggen mogen geen leidingen voor transport van brandbare, explosieve of agressieve vloeistoffen of gassen worden bevestigd.  +
Voor vervangbare onderdelen als bijvoorbeeld opleggingen, voegovergangen en (geluid)schermen zijn in de ROK of in de betreffende RTD afwijkende ontwerplevensduren voorgeschreven.  +
In aanvulling op NEN-EN 1990 + NB geldt: (8) Voor bruggen waarover zowel wegverkeer als spoorwegverkeer wordt afgewikkeld moet voor de bruikbaarheidsgrenstoestand en uiterste grenstoestand worden uitgegaan van het gelijktijdig voorkomen van extreme wegverkeers- en spoorwegverkeersbelastingen. Bij de toetsing op vermoeiing moet met gelijktijdigheid van voorkomen van wegverkeers- en spoorwegverkeersbelastingen rekening zijn gehouden.  +
Aardbeving moet worden beschouwd voor bruggen (bekende bijzondere belasting). De aardbevingsbelasting bestaat uit een gebiedsafhankelijk horizontale versnelling en een verticale versnelling volgens de ROK bepalingen bij NEN-EN 1998-1 - ROK-0407. Alleen bruggen in gevolgklasse 3 hoeven op aardbevingen te worden ontworpen.  +
Voor bruikbaarheidseisen en –criteria wordt tevens verwezen naar A2.4.2(3).  +
Toetsing aan het profiel van vrije ruimte van de onderdoorgaande rijbaan of vaarweg moet worden uitgevoerd uitgaande van de frequente waarde van de verkeersbelasting. Windbelasting en thermische belastingen hoeven voor die toets niet te worden beschouwd. Eventuele tijdsafhankelijke vervormingen (beton) moeten in rekening worden gebracht.<br /><br />Bij betonnen bruggen voor wegverkeer moet in verband met het voorkomen van trillingshinder de elastische doorbuiging ten gevolg van de frequente waarde van de verkeersbelasting voldoen aan:<p style="margin-bottom:11px"><span style="font-size:11pt"><span style="line-height:107%"><span style="font-family:Calibri,sans-serif"><span style="font-size:9.0pt"><span style="line-height:107%"><span style="font-family:" verdana="">U<sub>el</sub></span></span></span></span></span></span> ≤ L / 1000 voor L ≤ 3 m<br /><span style="font-size:11pt"><span style="line-height:107%"><span style="font-family:Calibri,sans-serif"><span style="font-size:9.0pt"><span style="line-height:107%"><span style="font-family:" verdana="">U<sub>el</sub></span></span></span></span></span></span> ≤ L / 300 voor L > 10 m</p>Voor een overspanning van 3 m < L ≤ 10 m moet rechtlijnig worden geïnterpoleerd tussen beide eisen.  +
Bruggen van Rijkswaterstaat moeten worden ingedeeld in gevolgklasse 3.  +
Voor specifieke ontwerpaspecten in verband met tunnelveiligheid wordt verwezen naar de Landelijke Tunnelstandaard (LTS).  +
<strong>Advies:</strong><br />Voor tunnels is het toegelaten om gebruik te maken van alternatieve ontwerp- en berekeningsregels, verschillend van de regels zoals in deze ROK gegeven zijn, op voorwaarde dat is aangetoond dat de alternatieve regels overeenstemmen met de van belang zijnde beginselen en ten minste gelijkwaardig zijn wat betreft de constructieve veiligheid, bruikbaarheid en duurzaamheid, die zou mogen worden verwacht bij gebruikmaking van de ROK. <br />Dit moet voor de start van het ontwerp afgestemd worden met de beheercommissie van de ROK (ROK-info@rws.nl).  +
Voor tunnels gelden ten minste de volgende ontwerplevensduren:<ul> <li>100 jaar voor alle onderdelen van de hoofddraagconstructie;</li> <li>100 jaar voor alle niet vervangbare essentiële onderdelen;</li> <li>100 jaar voor hoofddraagconstructie dienstgebouwen;</li> <li>50 jaar voor vervangbare onderdelen van beton;</li> <li>25 jaar voor vervangbare onderdelen anders dan van beton.</li></ul>  +
Voor de <span style="font-family:Times New Roman,Times,serif;">γ</span>- en <span style="font-family:Times New Roman,Times,serif;">ξ</span>-waarden moeten de waarden voor gebouwen worden aangehouden, zoals opgenomen in NEN-EN 1990/NB, A.1.3.1. In de onderliggende eisen zijn de waarden voor gevolgklasse 2 en 3 overgenomen met aanvullingen voor de belasting door (grond)water.<br /><br />Voor de belastingsfactoren voor verkeersbelasting wordt verwezen naar NEN-EN 1990/NB, A.2.3.1.  +
Tunnels in en onder hoofdwegen en onder hoofdvaarwegen moeten worden ingedeeld in gevolgklasse 3.  +
Voor geluidsschermen op kunstwerken in- en over hoofdwegen en hoofdvaarwegen moeten een ontwerplevensduur van 50 jaar en gevolgklasse 3 worden aangehouden.  +
Voor verkeerkundige draagconstructies moeten een ontwerplevensduur van 50 jaar en gevolgklasse 2 worden aangehouden.  +
Tot de blijvende belastingen van tunnels moet bijvoorbeeld ook ballastbeton, zandaanvulling tussen onderwaterbetonvloer en constructievloer, gewicht onderwaterbetonvloer en verankerd vulbeton in graafkamers van caissons worden gerekend.  +

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 20 apr 2024 om 17:24.