Eurocode 0: Grondslagen van het constructief ontwerp: verschil tussen versies

Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5: Regel 5:
==Toepassing voor tunnels==
==Toepassing voor tunnels==
Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.  
Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.  
{{#ask: [[Categorie:Systeemeisen]][[Lid van::Id-bd60a6db-15e5-e911-a2e0-00155d641201]]|Mainlabel=Systeemeis|?Definitie (nl)=Eistekst|?Afkorting=Id|?Toelichting (nl)|format=table |limit=1000}}
{{#ask: [[Categorie:Systeemeisen]][[Lid van::Id-bd60a6db-15e5-e911-a2e0-00155d641201]]|Mainlabel=Systeemeis|?Afkorting=Id|Definitie (nl)=Eistekst|?Toelichting (nl)|format=table |limit=1000}}


==Toepassing voor natte kunstwerken==
==Toepassing voor natte kunstwerken==
Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.  
Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.  
{{#ask: [[Categorie:Systeemeisen]][[Lid van::Id-bb60a6db-15e5-e911-a2e0-00155d641201]]|Mainlabel=Systeemeis|?Definitie (nl)=Eistekst|?Afkorting=Id|?Toelichting (nl)|format=table |limit=1000}}
{{#ask: [[Categorie:Systeemeisen]][[Lid van::Id-bb60a6db-15e5-e911-a2e0-00155d641201]]|Mainlabel=Systeemeis|?Afkorting=Id|Definitie (nl)=Eistekst|?Toelichting (nl)|format=table |limit=1000}}


==Toepassing voor beweegbare bruggen==
==Toepassing voor beweegbare bruggen==
Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.  
Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.  
{{#ask: [[Categorie:Systeemeisen]][[Lid van::Id-b360a6db-15e5-e911-a2e0-00155d641201]]|Mainlabel=Systeemeis|??Definitie (nl)=Eistekst|?Afkorting=Id|?Toelichting (nl)|format=table |limit=1000}}
{{#ask: [[Categorie:Systeemeisen]][[Lid van::Id-b360a6db-15e5-e911-a2e0-00155d641201]]|Mainlabel=Systeemeis|??Afkorting=Id|Definitie (nl)=Eistekst|?Toelichting (nl)|format=table |limit=1000}}


==Toepassing voor geluidschermen==
==Toepassing voor geluidschermen==
Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.  
Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.  
{{#ask: [[Categorie:Systeemeisen]][[Lid van::Id-b760a6db-15e5-e911-a2e0-00155d641201]]|Mainlabel=Systeemeis|?Definitie (nl)=Eistekst|?Afkorting=Id|?Toelichting (nl)|format=table |limit=1000}}
{{#ask: [[Categorie:Systeemeisen]][[Lid van::Id-b760a6db-15e5-e911-a2e0-00155d641201]]|Mainlabel=Systeemeis|?Afkorting=Id|Definitie (nl)=Eistekst|?Toelichting (nl)|format=table |limit=1000}}


==Toepassing voor verkeerskundige draagconstructies==
==Toepassing voor verkeerskundige draagconstructies==
Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.  
Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.  
{{#ask: [[Categorie:Systeemeisen]][[Lid van::Id-bf60a6db-15e5-e911-a2e0-00155d641201]]|Mainlabel=Systeemeis|?Definitie (nl)=Eistekst|?Afkorting=Id|?Toelichting (nl)|format=table |limit=1000}}
{{#ask: [[Categorie:Systeemeisen]][[Lid van::Id-bf60a6db-15e5-e911-a2e0-00155d641201]]|Mainlabel=Systeemeis|?Afkorting=Id|Definitie (nl)=Eistekst|?Toelichting (nl)|format=table |limit=1000}}


[[Categorie:Hoofdstukken]]
[[Categorie:Hoofdstukken]]

Versie van 11 apr 2021 17:52

Toepassing voor bruggen[bewerken]

Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.

SysteemeisIdEistekstToelichting (nl)
ROK-0001Aan bruggen mogen geen leidingen voor transport van brandbare, explosieve of agressieve vloeistoffen of gassen worden bevestigd.
ROK-0002Voor vervangbare onderdelen als bijvoorbeeld opleggingen, voegovergangen en (geluid)schermen zijn in de ROK of in de betreffende RTD afwijkende ontwerplevensduren voorgeschreven.
ROK-0003In aanvulling op NEN-EN 1990 + NB geldt: (8) Voor bruggen waarover zowel wegverkeer als spoorwegverkeer wordt afgewikkeld moet voor de bruikbaarheidsgrenstoestand en uiterste grenstoestand worden uitgegaan van het gelijktijdig voorkomen van extreme wegverkeers- en spoorwegverkeersbelastingen. Bij de toetsing op vermoeiing moet met gelijktijdigheid van voorkomen van wegverkeers- en spoorwegverkeersbelastingen rekening zijn gehouden.
ROK-0004Aardbeving moet worden beschouwd voor bruggen (bekende bijzondere belasting). De aardbevingsbelasting bestaat uit een gebiedsafhankelijk horizontale versnelling en een verticale versnelling volgens de ROK bepalingen bij NEN-EN 1998-1 - ROK-0407. Alleen bruggen in gevolgklasse 3 hoeven op aardbevingen te worden ontworpen.
ROK-0005Voor bruikbaarheidseisen en –criteria wordt tevens verwezen naar A2.4.2(3).
ROK-0006Toetsing aan het profiel van vrije ruimte van de onderdoorgaande rijbaan of vaarweg moet worden uitgevoerd uitgaande van de frequente waarde van de verkeersbelasting. Windbelasting en thermische belastingen hoeven voor die toets niet te worden beschouwd. Eventuele tijdsafhankelijke vervormingen (beton) moeten in rekening worden gebracht.

Bij betonnen bruggen voor wegverkeer moet in verband met het voorkomen van trillingshinder de elastische doorbuiging ten gevolg van de frequente waarde van de verkeersbelasting voldoen aan:

Uel ≤ L / 1000 voor L ≤ 3 m
Uel ≤ L / 300 voor L > 10 m

Voor een overspanning van 3 m < L ≤ 10 m moet rechtlijnig worden geïnterpoleerd tussen beide eisen.

Voor trillingseisen bij voetgangersbruggen geldt NEN-EN 1990, A.2.4.3.

ROK-0007Bruggen van Rijkswaterstaat moeten worden ingedeeld in gevolgklasse 3.De meeste wegen in het beheer van Rijkswaterstaat zijn hoofdwegen en de meeste vaarwegen in het beheer van Rijkswaterstaat zijn hoofdvaarwegen (zie de Nationale Omgevingsvisie voor een overzicht van de hoofdwegen en hoofdvaarwegen die bedoeld worden). Daarom is CC3 voorgeschreven. Voor bepaalde bruggen die niet in of over hoofdwegen of hoofdvaarwegen liggen is een indeling in CC3 te hoog, omdat de gevolgen voor bezwijken of het slecht functioneren beperkter zijn dan voor CC3 is aangegeven in tabel B1. Voor deze gevallen kan in het contract CC2 zijn voorgeschreven.
ROK-00887Opstallen onder bruggen moeten brandwerende voorzieningen bevatten.

De uiteindelijke beslissing voor het aanbrengen van een opstal onder een brug is aan de beheerder van het object.

Voorbeeld: betonnen bruggen moeten brandwerende voorzieningen bevatten om afspatten van beton van RWS-objecten bij brand te voorkomen.

ROK-0811In brugdekken mogen geen dilatatievoegen in langsrichting toegepast worden in de rijweg.

Met “langsrichting” wordt de rijrichting aangeduid.
Stortvoegen zijn toegestaan indien de delen niet t.o.v. elkaar kunnen bewegen.

Toepassing voor tunnels[bewerken]

Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.

SysteemeisIdToelichting (nl)
ROK-0008

Sinds mei 2006 is in Nederland een wet- en regelgeving met betrekking tot tunnelveiligheid van kracht geworden, o.a. de Wet Aanvullende Regels Veiligheid Wegtunnels (Warvw), het Besluit Aanvullende Regels Veiligheid Wegtunnels (Barvw) en de Regeling Aanvullende Regels Veiligheid Wegtunnels (Rarvw).

Bij de aanleg- en onderhoudsprojecten van tunnels < 250m en overige “tunnelachtige objecten” van Rijkswaterstaat, die niet onder het regime van de Warvw en de Landelijke Tunnelstandaard (LTS) vallen, is het ‘Kader veiligheidsvoorzieningen verdiepte wegen, korte overkappingen en gedeeltelijk gesloten constructies, versie 1.2’ van toepassing.

ROK-0009Het hier geformuleerde gelijkwaardigheidsbeginsel is analoog aan hetgeen voor de
Eurocodes is vermeld in NEN-EN 1990, 1.4 (5). Het is hier expliciet aangehaald,
omdat bepalingen in de ROK voor tunnels grotendeels niet als zodanig zijn
opgenomen in de Eurocodes.
ROK-0010

Met “essentiële onderdelen” worden onderdelen bedoeld waardoor bij falen de constructieve veiligheid, gebruiksveiligheid of beschikbaarheid van de tunnel in gevaar kan komen. Een voorbeeld is een Omega-profiel bij afgezonken tunnels en aquaducten, omdat dit profiel de definitieve dichting gedurende de levensduur van de tunnel moet verzorgen. De ontwerpfilosofie hierbij is dat Gina en pneumatische profielen in ontwerptechnische zin slechts tijdelijk hoeven te functioneren, dat wil zeggen tot het aanbrengen en testen van de definitieve afdichting in de vorm van een Omega-profiel.

De eis voor vervangbare onderdelen van beton is hoger gesteld dan onderdelen anders dan van beton, omdat, ten opzichte van bijvoorbeeld staal, de eis van 50 jaar tegen relatief geringe kosten gerealiseerd kan worden.

Hittewerende en akoestische bekleding, inclusief bevestiging, wordt geacht een ontwerplevensduur van minimaal 25 jaar te bezitten.

ROK-0011
ROK-0012
ROK-0632

Met “essentiële onderdelen” worden onderdelen bedoeld waardoor bij falen de constructieve veiligheid, gebruiksveiligheid of beschikbaarheid van de tunnel in gevaar kan komen. Zie ook ROK-0010.

In NEN-EN 1992-1-1, 4.1 (5), wordt vereist dat aan de buitenlucht blootgestelde metalen bevestigingsmiddelen die inspecteerbaar en vervangbaar zijn, moeten zijn voorzien van een beschermende bekleding. In andere gevallen behoren ze te bestaan uit een corrosiebestendig materiaal.

ROK-0633
ROK-0634Welke trendwijzigingen in rekening moeten worden gebracht, is afhankelijk van de lokale omstandigheden en moet in overleg met Rijkswaterstaat en bijvoorbeeld waterschappen worden vastgesteld. Opgemerkt wordt dat trendwijzigingen voor de bouwfase over het algemeen niet van belang zijn.
ROK-0635

Voor laagfrequente metingen is de meestal gehanteerde definitie voor Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG) en Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG), gebaseerd op 2 metingen per maand (24 per jaar) in de periode van 1 april tot en met 31 maart (hydrologisch jaar) en gedurende een periode van ten minste 8 jaar, het gemiddelde van de 3 laagste respectievelijk hoogste metingen per jaar over de totale periode van 8 jaar.

Voor hoogfrequente metingen (b.v. 1 maal per uur) moet hierop een variatie worden aangebracht, waarbij de Representatieve Hoogste Grondwaterstand (RHG) en de Representatieve Laagste Grondwaterstand (RLG) als volgt kunnen worden bepaald: de RHG is de 90% grenswaarde van de meetreeks en de RLG de 10% grenswaarde van de meetreeks. De meetperiode moet minimaal 1 jaar bedragen; bij voorkeur meer.

In beide gevallen mogen gedurende de meetperiode geen ingrepen hebben plaats gevonden die de (grond)waterstanden wijzigen.

Omdat in de situatie onder punt 2 door middel van een statistische analyse extreme (grond)waterstanden vastgesteld worden met een zeer kleine overschrijdingskans, kan met een lagere belastingsfactor worden volstaan ten opzichte van de situatie onder punt 1, waarbij de (grond)waterstanden bijvoorbeeld alleen worden ontleend aan een beperkte reeks historische peildata.

De gegeven waarde voor γ Gj,sup is een ondergrenswaarde, bepaald door de noodzakelijke modelfactor γ Sd als onderdeel van γ Gj,sup ; zie verder ook NEN‑EN 1990, Tabel A.1.2(B), OPMERKING 4.

Toepassing voor natte kunstwerken[bewerken]

Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.

SysteemeisIdToelichting (nl)
ROK-0424

Toepassing voor beweegbare bruggen[bewerken]

Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.

SysteemeisToelichting (nl)
ROK-0735
ROK-0736
ROK-0737

Toepassing voor geluidschermen[bewerken]

Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.

SysteemeisIdToelichting (nl)
ROK-0013
ROK-00886

In de GCW, 4.1 is voor geluidsschermen in de aardebaan gevolgklasse 1 of 2 voorgeschreven, afhankelijk van de afstand tot de rijbaan. In de ROK is gekozen voor gevolgklasse 2 in verband met toekomstvastheid.

ROK-0426

Toepassing voor verkeerskundige draagconstructies[bewerken]

Aanvullingen op NEN-EN 1990 + NB.

SysteemeisIdToelichting (nl)
ROK-0014
ROK-0427In de inleiding van de componentspecificatie zijn de mogelijkheden beschreven ten aanzien van de keuze voor RWS-standaard VDC’s of een RWS akkoord bevonden alternatief (vermeld in de betreffende documenten).

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 11 apr 2021 om 17:52.